50a
30 Juli 1931
4. Aan den ambtenaar, die anders dan voor eerste
oefening in werkelijken dienst onder de wapenen moelj
komen, wordt gedurende den daarvoor vastgestelden
tijd (waaronder niet is begrepen eenige straftijd) bui-
tengewoon verlof verleend.
5. De diensttijd bij de gemeente wordt door de in
de vorige leden van dit artikel bedoelde buitengewone
verloven niet als onderbroken beschouwd.
Artikel 31.
Aan den ambtenaar, opgeroepen voor herhalings-
oefeningen, als bedoeld in artikel 30, 4e lid, worden de
verlofdagen, waarop hij in ieder kalenderjaar recht
heeft, gegeven in den tijd, dat hij niet onder de wape-
nen is, tenzij het tegendeel door hem verlangd wordt.
Artikel 32.
1. De ambtenaar, die hetzij als gewoon, hetzij als
buitengewoon dienstplichtige, krachtens een wettelijke
bepaling tot werkelijken dienst wordt opgeroepen of
langer dan den gewonen tijd in dienst wordt gehouden,
ontvangt, indien hij kostwinner is, zijn volle wedde,
echter verminderd met de door het Rijk verleende kost-
winnersvergoeding of een daarmede overeenkomende
vergoeding voor reservepersoneel van 's Rijks zee- of
landmacht.
2. De ambtenaar die geen kostwinner is, ontvangt
in bovenstaand geval 25 u/o van zijn volle weddein
bijzondere gevallen wordt door Burgemeester en Wet-
houders bepaald, dat het bedrag van 25% wordt ver-
hoogd tot ten hoogste 50%.
3. Burgemeester en Wethouders bepalen, wie voor
de toepassing van dit artikel als kostwinner moeten
worden beschouwd.
HOOFDSTUK VIII.
Aanspraken in geval van ziekte.
Artikel 33.
1Ingeval een ambtenaar wegens ongesteldheid ver-