50"
30 Juli 1031
2. De samenstelling en de werkwijze dezer com-
missie worden bij afzonderlijke verordening geregeld.
III. Artikel 9 wordt gewijzigd en gelezen als volgt
1. Voor werkzaamheden van tijdelijken of van bi;-
zond'eren aard kunnen Burgemeester en Wethouders,
of met hunne machtiging de hoofden van takken van
dienst, met werklieden eene burgerrechtelijke arbeids-
overeenkomst aangaan.
2. Verder kan eene burgerrechtelijke arbeids-
overeenkomst worden gesloten als de te verrichten
werkzaamheden slechts een betrekkelijk klein deel
van een dagt'aak in beslag nemen.
3. Eene burgerrechtelijke arbeidsovereenkomst zal
in e!k geval worden aangegaan:
a. met jeugdige werklieden, welke bij hunne aan-
neming den leeftijd van 19 jaar nog niet bereikt
hebben;
b. met jeugdige werklieden welke den leeftijd van
19 jaar v/el hebben bereikt, doch voor wie de
vraag, of met grond kan worden verwacht dat zij
a.anmerking zullen komen om voorloopig of vast
te worden aangesteîd, in ontker.nenden zin is
beantwoord;
c. met de werklieden, welke uit een oogpunt van
werkverschaffing in dienst worden genomen.
4. Burgemeester en Wethouders bepalen het loon
voor hen die op arbeidsovereenkomst werkzaam zi.n,
met dien verstande dat dit, behoudens voor de werk-
lieden bedoeld bij punt 3 c en voor hen die niet als
volwaardig kunnen wcrden aangemeikt, nitt lager is dan
het minimum loon voor de betrekkelijke categorie bij
de looncegeling voor de werklieden bepaald.
5. Op hen, met wie eene burgerrechtelijke arbeids-
overeenkomst wordt gesloten, zijn van toepassing de
bepalingen van den zevenden Titel A, Boek 3, van het
Burgerlijk Wetboek, behoudens het bepaalde in artikel
1638 c, le lid. Over de wachtdagen volgens de Ziekte-
wet wordt 70 van het loon uitgekeerd.
6. Burgemeester en Wethouders bepalen verder of,
en in hoeverre bepalingen van het Werkliedenregle-
ment, en/of van de daaruit voortvloeiende bijzondere
vcorschriften geacht zullen worden deei uit te maken
van den inhoud der burgerrechtelijke arbeid'soverecn-
komst.