30 Juli 1931
207
om met het toestaan van nevenbetrekkingen zeer voor-
zichtig te zijn. Is er een groot gezin of zijn er andere
omstandigheden die extra steim vragen dan is het iets
anders doch spreker zou dan ook vooral willen vragen
om die persoonlijke omstandigheden! in het oog te hou-
den, In dat licht bezien kan hij er mede accoord gaan
om de bestaande redactie te handhaven.
De heer Rijkes zegt voldoende vertrouwen te hebben
in het College van Burgemeester en Wethouders om
artikel 20 ie laten, zcoals het thans luidt,
De heer Jonckbloedt achit het van belang om het
tweede lid van dit artikel aan te vullen met de woorden
,,in zeer bijzondere gevallen". Spreker heeft zoo juist
wel uit den mond van den Voorzitter gehoord, dat hij
toejuicht, dat een ambtenaar tracht er iets bij te ver-
dienen, doch daar staat tegenover dat er op het oogen-
'blik enorm veel werkloosheid is onder de schrijvers
en boekhouders, In den regel laten de particulieren
graag door de ambtenaren 'hun boeken bijhouden omdat
zij er een koopje aan hebben doch aan de vaklui ont-
hcudt men daardoor het brood.
De heer Van der Erf kan deze woorden geheel
onderschrijven De Voorzitter heeft gesproken over de
bestuursiunct'ies van Woningbouwvereenigingen en der-
gelijke, doch dat gebeurt dikwijls geheel belangeloos
of althans voor een zeer geringe vergoeding. Zoo zijn
er nog wel meer van die betrekkingien, die een kleine
vergoeding geven, doch die halen niet het werk uit
de handen van anderen, daarvoor wordt er een veel
te lage vergoeding gegeven. Het gaat hier om het
vervullen van meer dan een volwaardige betrekking,
waarvoor een vdwaardig loon wordt gegeven. De
Voorzitter heeft gesproken over het toonen van ener-
g'e, dat voor anderen niet schadelijk behoeft te zijn
doch daarmede bevordert hij niet zijm eigen standpunt,
integendeel, daardoor wordt de werkloosheid bevor-
derd, Daarom dan oo!k kan spreker meegaan met het
voorstel van d'en heer Jonckbloedt om in dit artikel
op te nemen „in zeer bijizondere gevallen", hoewel hij
eerst van plan was er genoegen mee te nemeni dat in
de notuleni zou worden vastgelegd, dat Burgemeester
en Wethiouders slechts bij hooge uitzondsring toestem-
ming tot het verrichten van nevenwerkzaamheden
zouden geven. Nu de Voorzitter echter te kennen heeft
gegeven dat hij niet tegen het verrichten van neven-
werkzaamheden is, gaat hij met het voorstel van den
heer Jonckbloedt mee.