30 Juli 1931 Artikel 16. De heer Van \Jnen wil in dit artikel het woord „schriftelijk" invoegen. Spreker heeft daarmede al eenige malen kwesfies gehad. Het komt wel voor dat men later zegt „ik heb de boodschap over laten bren- gen door mijn buurman" en dat is tenslotte niet meer te controleeren. Dit staat ook imperafief in de Ziekte- wef, merkt spreker nog op. Als geen der Ieden vervolgens bezwaar heeft, om het woord „schriftelijk" in dit arfikel op te nemen, wordt hiertoe vervolgens zonder hoofdelijke stemming besloten. Artikel 22, sub 3. De Voorzitter verzoekt achter den eersfen regel fe lezen „wedde van den ambtenaar. Deze inhouding zal als regel" enz. Artikel 23, sub a. De heer Van önen zou Iiever in plaats van „ten hoogste 39 uur per week", willen lezen „ten minste 39 uren per week" of wil men „ten hoogste" hand- haven, dan het maximum verhoogen. Nu krijgt men dat de werktijd van 39 uur, die werkelijk niet boven- matig genoemd kan worden, niet verhoogd kan worden zonder wijziging van dit reglement. Bovendien acht spreker die 39 uur ook nog een bezwaar, omdat in de jaarwedderegeling staat, dat men voor overwerk direct 25 pCt. boven het gewone uurloon krijgt. Hij acht het dan ook wel wat overdreven om een amb- tenaar met een werkweek van 39 uur direct de over- uren te betalen, terwijl een werkman dat ook heeft doch bij een werkweek van 48 uren. De Voorzitter antwoordt hierop, dat juist deze kwestie voor de ambtenaren momenteel zoo is geregeld om geen verandering in den besfaanden toestand te brengen. Deze aangelegenheid is uitvoerig in de Commissie voor Overleg besproken, terwijl spreker er in het algemeen de aandacht op wil vestigen dat in de voorliggende verordeningen feitelijk niets anders gedaan wordt dan de bestendiging van den bestaan- den toestand met eenige technische wijzigingen. ledere loonsverhooging of loonsverlaging is daarbij uitdrukkelijk bniten beschouwing gelaten en hetgeen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1931 | | pagina 9