20 Augusfus 1931 229 ordening zijn gekomen, Spreker betreurt dit. Presen- tiegeld beteekent vergoeding voor verzuim, doch daar- van is hier geen sprake, althans niet v.anneer deze ver- gaderingen in de avonduren worden gebouden. Het îaadslidmaatschap is een eereambt en daarom niat Ieen ambt, dat betaald moet worden. Zoo juist is 'boven- dien gesproken over de siechte tijdsomstandig'heden en de noodzakeliykheid om zuinig te zijn en in dat verband is het toch zeker wel mogelijk om die ver- gadermgen gratis te houden. Spreker steit daarom voo.r, achter de woorden „van de vergaderingen" in te las- schen indien deze vergaderingen niet in de avonduren genouden woraen," De heer Van Uncn merkt op, dat de heer Jonck- bloedt naar zijn hart heeft gesproken. De raadsleden zitten hier als leden van een Vereeniging d'e hun tiid en kennis gratis ter beschikking stellen. Die daartoe met bereid îs moet deze functie niet aannemen Spreker doet dan ooCt met mee aan de tegenwoordig bestaande pohtieke en andere baantjesjagerij, Hij verwondert zich er ook sterk over, dat Burgemeester en Wethou- ders m de raadsleden menschen hebben gezien, die op dat presentiegeld happig zijn, want onmiddê'Iijk na de wijziging van de gemeentewet zijn zij met deze verordemng aangekomen, Die commissievergaderingen woi den ook nog als regel in de avonduren gehoui'en en spreker kan zich niet voorstellen dat die enkele vergaderingen, die overdag worden gehouden, zullen schaden, Desnoods zou hij er zich dan mee kunnen vereenigen om voor de vergaderingen, die overdag worden gehouden, presentiegeld uit ie betalen, doch dit m geen geval voor de Wethouders laten gelden. rlet bijwonen van een commissievergadering is iets wat men ambtshalve doet, zooal's mea als bestuurs'Iid vergadermgen bijwoont van Woningbouv/vereemigingen ot van de commissre tot Wering van Schoolverzuim, et wekt ook wrevel bij de inwoners, waarvan er velen m zware zorgen zitten en dikwijls met moeite hun be- tasting kunnen betalen, Spreker is door deze voor- dradnt, waaraan hij zijn stem zeker niet zal ge/en opnieuw overtuigd, dat Burgemieesler en Wethouderô den ernst der tijden niet inzien. Hij kan niet inzien, dat de Kaad daaruit nu weer een f 15.f 20,— moet slaan. De heer Audretsch vergelijkt het werk van de raads- eden als het werk, dat men in woningbouwvereenigin- gen en andere vereenigingen doet. Spreker stelt er prijs op om iets ten algemeenen nuite te kunnen doen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1931 | | pagina 14