1 September 1931 241
g. Leden en Plaafsvervangende Leden van de
Commissie voor Georganiseerd Overleg
h. Een Voorzitter en Leden van de Com'missie
voor de Bezwaarschriflen tegen den aanslag in
den Hoofdelijken Omslag.
De Voorzitter opent de Vergadering op de gebrui-
kelijke wijze.
De heer Van Unen wordt door het lot aangewezen
om bij eventueele stemmingen het eerst zijn stem uit
te brengen.
Beëediging van de Leden van den Raad.
De Voorzitier zegt, dat het gebruikeiijk is bij de
behandeling van de agenda te zeggen „thans gaan
wij over tot het volgende punt". Het thans aan de
orde zijnde punt is wel zeer belangrijk Immers, al-
vorens de leden van den Raad hun betrekking mogen
aanvaarden moeten volgens de wet een tweelai eeden
of een verklaring en belofte worden afgelegd.
De Voorzitter gaat vervolgens over tot de beëedi-
g'ng.
Door de heeren Disselkoen, Vring en Rijkes wor-
den de verklaring en belofte afgelegd, terwijl de
overige leden de eeden afleggen.
De Voorzitter zegt vervolg°ns
Mevrouw en Mijne Heeren,
Na het afleggen der eeden en het doen van de
verklaring en belofte zijt gij getreden over den drem-
pel die nog scheidde van het effectieve lidmaatschap
van den Raad. Het verheugt mij dat ik de eerste kan
zijn die U geluk mag wenschen met het lidmaatschap
van den Raad en met Uw binnentreden in deze zaal.
Met blijdschap begroet ik de leden die reeds lang lid
van den Raad zijn. Jarenlang hebt gij reeds Uw
arbeid en liefde gegeven in het belang der gemeente.
Een bijzonder woord van welkom wil ik richten tot
hen, die voor het eerst hier binnentreden. Het verheugt
mij dat U zijt afgevaardigd om de belangen der ge-
meente mede te behartigen. Ik hoop dat ook U Uw
arbeid en liefde in het belaog der gemeenfe zult
geven. Vooral in den komenden tijd zal veel van Uw
arbeid en initiatief gevergd worden. De wereldcrisis