1 September 1931
245
Spreker ziet voorfs, in tegenstelling met Burgemees-
ter en Wethouders, wel een algemeen belang in uit-
breiding van het aantal Commissieleden. De Commis-
sies kunnen dan zoo worden samengesteld dat de
zaken van alle kanten kunnen worden bekeken en
belicht, waardoor een beter oordeel kan worden
verkregen en de debatten in den Raad kunnen worden
bekort. Het afvvijzend advies heeft spreker onaangenaam
getroffen, vooral zoo vlak na de houding weike is
aangenomen tegenover de linksche panijen, inzake
de samenstelling van het College van Burgemeester
en Wethouders. Spreker vindt het onbegrijpelijk, dat
een zoo stugge houding wordt aangenomen en hoopt
dat dit geen usance blijft, want dit zou spreker op
den duur niet bevallen. Spreker zegt nogmaals, het
advies van Burgemeester en Wethouders ten zeerste
te betreuren en hoopt, hoewel hij daar geen ver-
trouwen in heeft, dat het zal worden verworpen.
De heer Rijkes zegt, na het lezen van het praeadvies
van Burgemeester en Wethouders niet van zich af te
kunnen zetten de gedachte „veel woorden, waarin
weinig gezegd wordt". Burgemeesfer en Wethouders
hebben mceten zoeken naar een afwijzend advies.
Spreker zal dit aan de hand van het advies aantoonen.
Alinea 2 geeft een beschouwing van art. 60 der
Gemeentewet. Voor deze beschouwing is spreker
zeer dankbaar, maar hij vraagt zich af wat 'dat te
maken heeft met het voorstel tot uitbreiding van het
aantal Commissieleden.
In de 3e alinea schrijven Burgemeester en Wethou-
ders dat zij uitbreiding van het aantal Commissieleden
niet noodig vinden, dcch verzuirnen de motieven aan
te geven welke tot dat praeadvies hebben geleid. De
raadsledtn stellen het niet alleen op prijs die redenen
te kennen, doch beschouwen het als een recht daar-
mede op de hoogte te worden gebracht. Burgemeester
en Wethouders zijn er niet mee af door aüeen te
zeggen „wij vinden het niet noodig". Burgemeester
en Wethouders kunnen toch niet denken dat als zij
iets niet noodig vinden, de Raad, zonder nadere
motiveering, daarmede accoord kan gaan. Terloops
wordt dan nog gewezen op het aantal Raadsleden
ook dit heeft met eventueele uitbreiding van het aan-
tal Commissieleden niets te maken. Bovendien hebben
ook de voorstellers daaraan hun aandacht geschon-
ken.
De 4e alinea heeft met het voorstel niets te maken.