1 Septerhber 1931
246
ri de 5e alinea zeggen Bufgemeester eii Wethouders
uit een oogpunt van algemeen belang, geen aanleiding
te zien op het voorstel gunstig te adviseëren. Spreke;r
vraagt zich af: „waarom niet?" De voorstellers zien
er wel degelijk een gemeentebelang in. Immers, meer
groepen kunnen dan hunne zienswijze in de verschil-
lende Commissiën kenhaar maken. Dit zal niet alleert
leiden tot bekorting van de besprekingen in den Raad,
doch bovendien meer raadsleden gelegenheid geven
zich in de befreffende raadsvoorstellen beter in te
werkén, omdat zij van de meeningen van de hoofden
van dienst kennis nemen.
in de 6e alinea schrijven Burgemeester en Wethou-
ders o. m. dat bij de samenstelling der Commissies
in de eerste piaats gelet moet worden op de deskun-
digheid der leden. Spreker gaat daarmede volkomen
accoord, doch acht niet de minsfe bezwaren aanwezig
om een niet- of minder deskundig lid aan een Com-
missie toe te voegen. Dit lid hoort dan in de
Commissievergadering op welke wijze eeri en ander
hesproken en loegelicht wordt, waardoor hij in den
Raad met meer kennis van zaken zijn stem kan uit-
brengen, Juist voor de minder deskundige leden moet
dit een voldoening zijn. Ook om deze reden is u't-
breiding van het aantal Commissieleden gewenscht.
Tenslotte zegt spreker dat het voorsfel toch zeker
aanbeveling verdient, vooral nu, in deze moeilijke
tijden van depressie, zonder de vitale belangen der
gemeente te schaden, „bezuiniging" het wachtwoord
rnoet zijn. Wij allen behooren de verschillende raads-
voorstellen en vraagstukken op allerlei gebied, zoo
goed en uitgebreid mogelijk te onderzoeken; immers,
wij allen en gezamenlijk dragen de verantwoording.
Dat de bestudeering van alle raadsvoorstellen dringend
noodig is, blijkt wel uit de financieele beschouwingen
welke over de groote en kleine gemeenten tegenwoor-
dig telkens iu de dagbladen verschijnen. Ten over-
vloede wil spreker ook nog in herinnering brengen
de ernstige besprekingen, welke omtrent deze ge-
meenîe, in de laatst gehouden geheime raadsvergade-
ring zijn gevoerd. A! deze redenen geven spreker
aanleiding op aanneming van het voorstel tot uitbrei-
ding van het aantal Commissieieden aan te dringen.
De heer Vring wii als derde onderteekenaar van
het voorstel niet in herhaling treden, doch gaarne de
woorden van de vorige sprekers onderschrijven. Altijd
heeft hier in den Raad een gemoedelijke toon ge-