1 September 1931
248
De Voorzilter zegf, te kunnen begrijpen dat de
voorstellers door het advies van Burgemeester en
Wefhouders niet bevredigd zijn. Spreker vindt het zeer
aangenaam dat vele personen de te behandelen zaken
van alle kanfen bekijken. Men kan vragen waarom
uiibreiding met slechts één lid men zou consequent
door moeten gaan en van elke partij in iedere Com-
missie een vertegenwoordiger moeten hebben. De
Commissies zouden dan echter te groot worden dit
is niet gewenscht Immers, in klein comité zou 'dan
veel besproken worden wat dan in den Raad niet
meer tot uiting zou komen.
De heer Van Unen zegt hier niet te willen spreken
over de vertrouwetijke onderhandelingen welke hebben
plaats gehad. Spreker kan echter wel zeggen dat geen
volledige overeenstemming is bereikt. Gemeend werd
door het voorstel tot uitbreiding van het aanfal Com-
rnissieleden tot een vreedzame oplossing in deze
kwestie te kunnen komen. Ook spreker wil als steeds
op vriendschappelijke wijze samenwerken. Met den
heer De Boer vraagt spreker zich af „hoe komt het
dat sedert de laatste vergaderingen de stemming
eenigszins veranderd is".
De heer Rijkes zegt, met genoegen fe hebben ver-
nomen dat de heer Van der Erf vele motieven voor
uiibreiding van het aantal Commissieleden juist acht.
Het verwijt, dat het voorstel te laat is ingediend be-
hoort niet te worden gericht aan de voorstellers, doch
tot Burgemeesfer en Wethouders. Het voorstel is in-
gediend op 24 Augustus 1931, dus 7 dagen geleden.
Van Burgemeester en Wethouders worden meermalen
voorstellen ontvangen 1 of 2 dagen vöör de verga-
dering, zonder dat daartegen door den heer Van der
Erf bezwaren worden gemaakt.
Aan den Voorzitter antwoordt de heer Rijkes, dat
de voorstellers slechts uiibreiding met één lid vragen
en niet het uiterste verlangen, als door den Voorzitter
genoemd. Mocht echter in de toekomst uitbreiding
noodig zijn, dan zal dat zeker worden gevraagd.
Nadat de heer Disselkoen nogmaals zijn verwonde-
ring heeft uitgesproken over de houding van de
rechfsche partijen ten aanzien van het voorstel tot
uitbreiding van het aantal Commissieleden en op aan-
neming van het voorstel aandringt, verklaart de heer
Van der Erf dat bij de samenstelling der Commissiën
toch met alle partijen wordt rekening gehouden Nog-
maals zegt spreker dat hetvoorstel te laat is ingediend.