29 December 1931 376 dit wetsartikel valt. Dan blijven nog slechts de artike- len 3, 22 en 68, waaruit eenigermate de taak eener inspectrice zou zijn te putten, over. Deze artikelen gaan n.l zuiver en alleen over de bouwpolitie, voor- zoover betreft de uitvoering van plaatselijke voor- schriften, zooals de verbetering van daken, de aan- brenging van doorloopende privaten, buitenluchtver- bindingen, opruiming van ongezonde opslagplaatsen, breedte van trappen enz. Voor dit woningtoezicht is het toch werkelijk niet noodig om een verpleegster met sociale aanteekening aan te stellen. Ondanks alle mooie woorden, in de vorige vergade- ring o.m. gesproken door Wethouder Van de Poll noemt spreker dit dilettantisme in het gemeentebeleid, die er mede oorzaak van is, dat de tegenstanders van alle sociale gemeentebemoeiïng deze bemoeiïngen slecht en duur noemen en het liefst daarvan de Sociaal Democraten beschuldigen, die net als hier, daaraan part noch deel hebben. Spreker wijst er voorts nog op, dat een onverdacht deskundige als Mej. Ter Meulen, als elementaire eisch voor een functie van woninginspectrice of woningopzichteres in haar werk voor beroepskeuze voor vrouwen zegt: „dat men het beheer voor woningcomplexen dient te hebben, waar- van men vrij kan beoordeelen, welke huurders de op- zichteres kan kiezen." Deze elementaire eisch ontbreekt hier teneenenmale. Op grond van deze overwegingen kan spreker dan ook geen steun aan deze voordracht verleenen. De heer De Boer zou niet graag in twijfel willen trekken of een dergelijke kracht hier noodig is, daar weet hij wel iets meer van. Spreker zou daarom graag willen zien dat bij de keuze van de candidaat meer gelet werd op deskundigheid op het gebied van wo- ningcontrole dan op dat van verplegen. Het voorge- stelde aanvangssalaris van f 19ü0. vindt hij voor den tegenwoordigen tijd echter geen klein beetje. Een onderwijzeres met 4 dienstjaren verdient f 1622.25, met 6 dienstjaren f 1940.50. In de voordracht staat, dat nader zal worden bepaald, welke belooning na het eerste dienstjaar in verband met dienstijver en capaciteiten redelijker wijze dient te worden bepaald. Is die ambtenaar dus meer dan normaal, dan zal haar salaris nog verhoogd worden. Spreker vindt dit wel wat te hoog van den toren geblazen en zou graag zien dat het eindsalaris bepaald werd. De heer Van Unen kan zich met deze voordracht

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1931 | | pagina 11