29 December 1931
377
nîef vereenîgen. Juffrouw Van Kefel gaaf weg aar>
Maatschappelijk hulpbetoon en in haar plaats moet
nu een ander komen. Het Bestuur van Maalschappelijk
Hulpbetoon kan zich met de voorgestelde combinaiie
vereenigen, mits de te benoemen ambtenaar grooten-
deels in zijn dienst werkzaam zal zijn. Niettegenstaande
nu het grootste gedeelte van den arbeid van de te
benoemen ambtenaar in den dienst van Maatsehappelijk
Hulpbetoon zal worden verricht, wil men ongeveer
een gelijk salaris voor de nevenfunctie geven. Boven
dien betreft het hier feitelijk een uitbreiding van
personeel, waar spreker niets voor kan gevoelen.
Spreker vraagt zich ook af, of een verpleegster nu
wel de eerst aangewezen persoon is om woningtoe-
standen te behandelen. Hij is dan ook van meening
dat dit voorstel op twee gedachten hinkt en dit lijkt
hem minder juist. Wat betreft het plaatsen van de
advertentie, merkt spreker op, dat hij dit lichtelijk
voorbarig vindthij zal zich van die advertentie dan
ook niets aantrekken.
De heer Joiickblocd-t zal zich tegen dit voorstel niet
verzetten. Naast het technisch woningonderzoek zijn
er nog vele andere zaken die onderzocht kunnen worden.
Spreker zou willen vragen, of dit onderzoek systema-
tisch plaats zal hebben. Hij heeft zich daaromtremt
verstaan met den Dienst van Openbare Werken, alwaar
hem echter werd medegedeeld, dat geen inlichtingerr
aan raadsleden noch aan leden van raadscommissiëh
verstrekt mochten worden. Het ligt echter in spreker's
voornemen om bij de a.s. begrooting het een en ander
°ver de woninginspectie in het midden te brengen
De heer Vring zegt, dat het hem spijt, dat Burge
meester en Wethouders vooruitloopen of beslissingen
van den Raad. Hij had het dan ook beter gevondeiî
als Burgemeesfer en Wethonders het plaatsen van die
advertentie hadden nagelaten. Wat betreft de combi-
natie van de functies, zegt spreker, daar ook geen
voorstander van te zijn en acht hij zeer zeker een be-
looning van fQOO.— voor die, waarschijnlijk onderge-
schikte onderzoekingen veel te hoog Mocht het even-
wel noodig blijken, dat het personeel van de bouw-
pohtie wordt uitgebreid, dan heeft hij daartegen niets
geen bezwaar. Het nu gevraagde crediet van f 9U0.—
is evenwel of te hoog of te laag.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat het hem
het beste Iijkt om eerst eens mede te deelen, waarom
Burgemeester en Wethouders deze combinatie van