29 December 1931
385
Ieden van de vakbeweging, die hun werk voortreffelijk
doen en daarvoor eem open oog hebben. Zou men nu
terwille van de politiek bij deze periodie'ke aftreding
een Iid, dat voortreffelijk heeft gewerkt, niet meer
in aanmerking willen laten komen?
De heer Disselkoen zegt, dat de heer Van der Linden
met de goedkoope debat-allures heeft willen aantoonen,
dat hij niet goed op de hoogte zou zijn, Dit zal echter
wel losloopen, als men maar goed luistert naar hetgeen
spreker zegt, hetgeen ook geldt voor den Voorzitter,
die langs hem heen sprak, Spreker heeft het gehad
over de vakbeweging, van welke richting ook en niet
over een bepaalde richting, Overigens maakt het ook
een heel verschil of men jarenlang in de vakbeweging
heeft medegeioopen en er niet meer toe behoort, of
er thans nog wel in zit. Maatschappelijk Hulpbetoon
moet vcortdurend contact kunnen houden en daarom
is het noodzakelijk, dat iemand uit de vakbeweging
daar in vertegenwoordigd is. Het is echter geenszins
spreker's bedoeling om no, 1 hier te verdringen, Hij
wil slechts vragen om bij een tusschentijdsche vacature
aandacht te schenken aan een vertegenwoordiger van
de vakbeweging en wel aan een arbeider uit het vrije
bedrijf, die het fnuikende van de bestaansonzekerheid
weet aan te voelen, Daarbij behoeft men er ook zeer
zeker niet op de eerste plaats op te letten of dit een
sociaal-democraat moet zijn, doch van den anderen
'kant behoeft deze richting cok niet bij voorbaat te zijn
uitgesloten. Er zijn 10-taIlen commissiesi, waar de
sociaal-democraten zijn buitengesloten en met dat
systeem moet gebroken worden. Spreker uit den
wenisch, dat bij volgende vacatures met de door hem
gemaakte opmerkingen rekering zal worden gehouden.
De heer Van der Linden zegt, de opmerking van den
heer Disselkoen, als zou hij een goedkoope debat-allure
hebben aangenomen, langs zich heen te zullen laten
gaan, Hij zou dit op zijn beurt van den heer Disselkoen
kunnen zeggen. Spreker wil alleen uitdruk'kelijk con-
stateeren, dat er iemand uit het vrije bedrijf in deze
commissie zit die nog in nauw contact staat met de
vakbeweging en die de mentaliteit van de arbeiders
zeer goed kent. Bovendien zegt spreker niet goed te
begrijpen, waarom men die mentaliteit niet zou kunnen
kennen als men in overheidsdienst is.
De Voorzitter zegt, thans tot stemming te zullen over-
gaan en verzoekt de heeren De Tello en Moen met
hem het bureau van stemopneming te willen vormen.