2 28 Januari 1032
gende jaar 75 ten honderd en daarna 60 ten honderd
van die jaarwedde.
3, Het wachtgeld wordt echter in geen geval langer
uitgekeerd dan tot den dag waarop belanghebbende
den leeîtijd van 60 jaren heeft bereikt.
Het pensioen, alsmede het wachtgeld van een ge-
wezen Wethouder wordt niet uitbetaald:
Indien hij na zijn aftreden als Wethouder eene
andere puhliekrechtelijke functie aanvaardt, waaraan
eene hoogere bezoldiging is verbonden dan door hem
als W ethouder werd genoten, gedurende den tijd,
dat hij die functie bekleedt, terwijl het wachtgeld
eveneens niet zal worden uitbetaald wanneer een
gewezen Wethouder opnieuw tot Wethouder wordt
benoemd, gedurende den tijd van zijn latere Wet-
Iiouderschap.
Art. 10.
Deze verordening verstaat onder Wethouders, zoo-
wel de mannelijke als de vrouwelijke Wethouders,
tenzij het tegendeel daaruit blijkt.
Art. 11.
Deze verordening treedt in werking met ingang
van heden, met ingang van welken datum vervalt
de verordening regelende de pensionneering van de.
Wethouders, vastgesteld bij raadsbesluit van 30
Januari 1930, no. 2.
Cvergangsbepaling.
Art. 12.
Voor hem, die bij het inwerking treden dezer Ver-
ordening als Wethouder in functie is, tellen de jaren,
gedurende welke hij als zoodanig gefungeerd heeft
vöör die inwerking treding, mede bij de berekening
van het hem toe te kennen pensioen of wachtgeld.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van den
28 Januari 1932.
De Sec^éjaris, De Voorzitter,
iiiiiii <~Mii