23 Februari 1932
127
De heer De Tello is buiiengewoon teleurgesteld
doordit antwoord van den Voorzitter, die slechts me-
dedeeling deed van de ongelukken, die het College
ambtshalve ter kennis zijn gekotnen. Er zijn echter
nog talrijke andere ongeluldcen, die dan blijkbaar niet
ter kennis van het College van Burgemeester en Wet-
houders zijn gebracht. Spreker heeft hierbij speciaal
2 feiten op het oog, die plaats grepen in de laatste 7
maanden, waarbij 2 auto's van den bertn in de Leid-
schevaart zijn gereden.
De Voorzitter vraagt welke gevallen de heer De
Tello hier op het oog heeft.
De heer De Tello antwoordt hierop, dat hij hier-
tnede op het oog heeft de aanrijding van een auto
l van de firma Paap fcn oon auto van dc Ziokonhuis-
verplegtng, terwijl ook een auto van de firrna Jatisen
en Verheul daar van den weg is afgereden en te water
is geraakt. Spreker herhaalt, dat er langs de Leidsche-
vaart een intens verkeer is. De Voorzitter heeft wel
gezegd, dat er smallere wegen in het land zijn dan
5 M., doch dat is een excuus, dat niet opgaat. Een
rijweg van 5 M. breedte voor dubbel verkeer is onte-
genzeggelijk te smal. Het slipgevaar op dien weg is
door den Voorzitter echter al toegegeven en daarom
zou spreker graag zien dat Burgemeester en Wethou-
ders hun volle aandacht aan dit weggedeelte schonken.
Ook is het hem niet duidelijk, dat hier ten aanzien van
de verlichting een andere maatstaf wordt aangelegd
dan bij andere wegen, hetgeen spreker met eenige
voorbeelden verduidelijkt.
De heer Rijkes, tijdelijk Wethouder, merkt op, dat
er over de verlichting van dit weggedeelte nooit ge-
klaagd is. De lengte bedraagt 320 Mer staan 6 lan-
taarns met een lichtsterkte van 1440 kaarsen. Spreker
wil niet zeggen. dat die verlichting schitterend is, doch
onvoldoende mag men haar ook niet noemen. Straat-
verlichting moet men beschouwen als geleide-Iicht.
Spreker zou den heer De Tello willen vragen eens te
ietten op de verlichting van den Amsterdamschen
Straatweg, dan krijgt hij daarvan wel een ander beeld.
Als de automobilisten met klein licht tijden, dan is de
verlichting ruim voldoende. Ook al is de verlichting
op andere punten van de gemeente schitterend, dan
kan men nog niet zeggen, dat zij hier niet voldoen-
de is.
De heer Dr. DroogWethouder, merkt op, dat het
bekend is. dat dit weggedeelte in 1925 veel smaller