31 Maart 1932
raara van de wet verordeningen te maken. In verband
hiermede zou spreker het ontwerp-besluit willen
amendeeren en wel in dien zin, dat op grond vnn
artikel 9, le lid der Winkelsluitingswet wordt bepaald
dat de kapperszaken op den Zaterdagavond om 10 uur
gesloten moeten zijn. Spreker dient dit amendement
op dezen grond in, omdat er bij de behandelmg van
de Winkelslr.itingswet de aandacht op îs gevestigd
dat er verband bestaat tusschen deze wet en het.
werktijdenbesluit voor winkels, dat een aibeider m
een winkel verbiedt om langer dan drie en vijftig uren
per week te werken. Blijven de kapperszaken nu op
Zaterdagavond tot 11 uur open, dan wordt die grens
juist met één uur overschreden en daarom werd het
verzoek gedaan deze sluiting op 10 uur vast te stellen.
Regelt men dit onderling, dan wordt daardoor vanzelf
de contrôle verzwaard en bestaat ook gemakkelijker de
gelegenheid om te smokkelen. Spreker vestigt de aan-
od het feit, dat ook het dictrictshoofd van de arbeids-
inspectie te Groningen zich voor een uniforme regehng
heeft uitgesproken, omdat daardoor de controle wordt
vereenvoudigd. Overigens hoopt spreker, dat nu Bur-
gemeester en Wethouders geen vnjheid hebben ge-
vonden om een algemeene middagsluiting m te voeren
hetgeen begrijpelijk is, omdat hier weimg wmkels met
bedienden zijn, de naleving van de bepalmgen van
het Werktijdenbesluit goed zal worden gecontroleerd.
De Voorzitter vraagt, wie het amendement van den
heer De Tello ondersteunt.
De heer Van Unen verklaart zich tegen ditamende-
ment, omdat hij tegen iederen dwangmaatregel îs. Die
middagsluiting op Donderdag vindt hij al welletjes,
De heer \an der Erf wil er gaarne toe inedewer-
ken om de toestand te laten zooals hij is en zou on-
gaarne zien dat de arbeidstijd werd verlengd. Wat be-
freft den dwangmaatregel merkt spreker op, dat er
dwang was, doch dat nu wordt voorgesteld om dien dwang
od te heffen. Spreker hoopt dan ook, dat het voorstel
van den heer De Tello de noodige steun zal vinden.
De heer Van der Linden kan z:ch ook met dit
voorstel volkomen vereenigen. Ook spreker heeft zicli
afgevraagd of hier geen sprake îs van een bijzondere
levensgewoonte, op grond waarvan aan dit verzoek
kan worden voldaan.
De heer Meeuwenoord zegt, zich volkomen bij den
Van der Linden te kunnen aansluiten.
De \oorzitter merkt op, dat dit gedeelte van het
verzoek van de kappers een punt van ernstige over-
