28 April 1932
182
een enkel woord willen toelichten en daarna het prae-
advies van Burgemeester en Wethouders willen bespre-
ken.
Als spreker dit voorstel aan den Raad heeft gedaan
is hij vanmeening.dat hetde eventueele tegenstanders
daarvan, toch zeer moeilijk zal vallen, om in dezen
tijd van crisis en ellende en Maatschappelijke inzin-
king, duidelijk te maken, dat dit voorstel iets maar dan
ook maar iets onbillijks doet ten opzichte van het ge-
meente-personeel.
Vooral in deze tijden dient rekening te worden ge-
houden met het algemeen belang. Men moet niet alleen
optreden als verdediger van de belangen van het ge-
meente-personeel, doch men heeft ook de plicht om
te zorgen voor de belangen van de geheele burgerij
van de gemeente, niemand uitgezonderd. Een raadslid
mag thans niet spreken als een groepsvertegenwoor-
diger.
De Maatschappij is naar spreker's volle overtuiging
thans bezig zich te bewegen naar een lager inkom-
sten peil, of wil men loonpeil. Geen sterveling kan
dit momenteel tegenhouden en daarom is het ook niet
onredelijk, dat het personeel zich een kleine inkom-
sten vermindering zal moeten getroosten. Een kleine
inkomsten vermindering, immers, gezien de verhouding
tot de inkomsten verminderingen in andere groepen
van de Maatschappij is de voorgestelde vermindering
inderdaad gering.
Wat ook de tegenstanders van dit voorstel misschien
zullen aanvoeren, spreker zal zijn standpunt hier moe-
ten handhaven en wel omdat het onlogisch zou zijn
de groep gemeentepersoneel in het bezit te laten van
hun tot nog toe genoten inkomen, terwijl een ieder,
die daar buiten staat in de Maatschappij een sterk
verminderd inkomen heeft. Ook echter, omdat niet kan
worden gevraagd, juist aan die buitenstaanders, om
voor dat gedeelte, wat het Rijk minder zal uitkeeren
tengevolge van het kortingswetje, nog bij te dragen in
de algemeene kosten, zulks ten behoeve van het inko-
men van het gemeentepersoneel, terwijl tenslotte de
strekking van het kortingswetje is eenige verminde-
ring van de door de gemeente in het algemeen, tot
op heden betaalde salarissen aan haar personeel.
Bovendien is in deze gemeente, gezien de salarissen
en de strekking van dit voorstel, de eventueele ver-
mindering van het inkomen van het personeel van zoo
weinig ingrijpenden aard, dat niemand van het perso-