28 April 1932
191
gesitueerden te laten medebetalen voor de beter ge-
situeerden.
Nu weet spreker wel, dat het geen aangename taak
is voor een raadslid vanaf deze plaats te zeggen, wat
hij gezegd heeftintegendeel, het is veel prettiger
voor het gevoel om een voor het personeel aangenamer
mededeeling te doen, dan te adviseeren, dat het iets
zal worden afgenomen. Men moet echter bedenken,
dat een raadslid bij het aanvaarden van zijn functie
onder eede heeft verklaard, alleen te zullen letten op
het algemeen welzijn en het waarachtig belang van de
gemeente zonder te letten op menschelijk opzicht.
Nogmaals, het is een eisch van rechtvaardigheid.
De genoemde categorie menschen kan het beter beta-
len dan de groote groep andere ingezetenen,
die voor een groot deel op weg is, in meerdere of
mindere snelle vaart, naar den financieelen ondergang.
Deze massa mag zoo min mogelijk nog meer lastig
worden gevallen met zwaardere belastingen, want in-
direct komt het daarop toch neer.
Een, zij het dan ook matige nivelleering van de
îoonen en inkomens van alle andere gemeentenaren,
veroorzaakt door deze korting op de eerstgenoemden
te verhalen is naar spreker's meening/uit den
booze. t
Het is niet pre/ig dat de Regeering rneent een aan-
val te moeten cloen op het gemeentepersoneel, maar
als alle standen der Maatschappij er allen zôö schik-
kelijk afkwamen, dan was de aarde voor velen een
paradijs, waar het nu een dal van tranen is.
Spreker heeft goed gelet op alle sprekers, die aan
het woord waren en meende zelfs bij de tegenstan-
ders van het voorstel een toon te hebben beluisterd,
die hem zeide, dat allen er wel eenigszins vôör zijn,
doch het blijkbaar onprettig vinden, vierkant te zeggem
dat het toch eenigszins dien kant uit moet. Spreker
is echter vôör het voorstel van den heer Rijkes en
Mevr. Venhuizen.
De heer hrvan de Poll, Wethouder, dankt op de
eerste plaats den iieer Van Unen voor diens mededee-
lingen omtrent de financieele Commissie. Burgeinees-
ter en Wethouders nemen steeds met zeer veel ge-
noegen kennis van de nauwgezette adviezen van die
Commissie en kwamen zoo laat met hun prae-advies
omdat zij zoo lang mogelijk wilden wachten op haar
advies. De heer Rijkes en Mevrouw Venhuizen hebben
betoogd, dat die f 10.000.— niet gevonden zouden kun-