28 April 1932
De heer De Tello merkt op, dat uit dit voorstel
wel zeer duidelijk blijkt, welk een onbehoorlijke situ-
atie het is, dat de werkloozenzorg alleen drukt op de
schouders van de gemeente. Eigenlijk moest dit een
rijkszaak zijn. Het voorstel is hem niet sympathiek
aangezien het staat of valt met alinea 2. De kwestie
is deze, dat wanneer een bona-fide werkman hier komt
wonen en na 9 maanden werkloos wordt, hij 15 maanden
moet wachten, alvorens voor steun in aanmerking te
kunnen komen. Spreker zou graag willen weten of
een dergelijke omstandigheid als een bijzonder geval
wordt aangemerkt. Hij wil de zekerheid hebben dat
dit besluit met de noodige royaliteit ten uitvoer wordt
gelegd. Ook is spreker het niet eens met het voor-
nemen om aan dit besluit terugwerkende kracht te ge-
ven, hetgeen hij in het algemeen bij wetten en veror-
deningen minder juist acht. Hij stelt dan ook voor om
deze nieuwe regels te Iaten gelden voor degenen, die
vanaf 1 Mei 1932 hier komen wonen.
De heer Van Unen kan zich met het voorstel,
zooals het door de heeren Rijkes en De Tello is ge-
amendeerd, vereenigen.
De heer Disselkoen kan zich eveneens vereenigen
met het voorstel van den heer De Tello ten aanzien
van de verandering van den datum van 1 Januari naar
1 Mei 1932. Het amendement van den heer Rijkes
acht hij irrationeel en daarvan verwacht hij de ave-
rechtsche uitwerking. In veel gevallen zal daardoor
ook de prikkel verminderen om tot een huwelijk over
te gaan. Voorts zegt spreker, dat het Burgemeester
en Wethouders gebleken is, dat de werkloozenzorg in
Heemstede een zekere attractie schijnt uit te oefenen.
Toch wil hij er wel op wijzen, datin andere gemeen-
ten de werkloozen onafgebroken tewerk worden ge-
steld. Dat voorts de georganiseerden voorrang hebben
boven de niet georganiseerden, acht spreker volkomert
juist, doch men moet zich kunnen organiseeren. Bij de
venters is dat bijvoorbeeld niet het geval. Graag zou
spreker daarom willen weten of degenen, die zich
niet kunnen organiseeren aangemerkt worden als te
verkeeren in een bijzonder geval.
De heer T)e Boer zegt, dat hij alleen in de Werk-
loosheids Commissie er voor was om deze nieuwe
regeling te doen ingaan voor degenen die hier na 1
Mei 1932 komen wonen.
De heer Van der Linden is het met den heer De
Tello eens, dat een bona-fide werkman door deze re-