30 Juni 1932
242
siaande de buien, rustig door zal blijven trappen en
dat hij nog vele jaren de belangen van de gemeente
zal mogen blijven dienen steeds meer de krachten
ontplooiende, die bij dezen vitalen man zoo rijkelijk
aanwezig zijn. Uit naam van den geheelen Raad dan
wenscht spreker den docter geluk met zijn jubileum.
De Vergadering betuigt door luid applaus hare in-
stemming met deze woorden.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, natuurlijk
dankbaar te zijn voor de vriendelijke woorden. die de
Voorzitter tot hem gericht heeft. Spreker vraagt zich
echter af, of deze woorden niet al te flatteus waren.
Bij dergelijke gelegenheden evenals bij het huwelijk
en na je dood krijgt men nu eenmaal complimenten
waar wel wat af kan. Spreker zal maar denken aan
hetgeen hij indertijd hoorde zeggen door zijn profes-
sor Fel die indertijd een polikliniek gaf, waar een
boerin met haar dochter kwam, die hardop tot de stu-
denten zeide jullie hebben toch maar een knappen
prefester. Eerst zag het kind er uit als een lat en nu
is het een bellefleur gelijk". De professor lachtte een
beetje en toen de studenten later aan hem vroegen
„hoe vond U dat, zei hij "es schmeckt doch süss"
De Voorzitter, vervolgt spreker, heeft gewezen op de
toestanden, die vroeger anders waren dan nu. Spreker
zegt altijd trouw geweest te zijn aan de fiets, hoewel
er indertijd ook veel tegenstanders waren van dit
vervoermiddel. Er waren er, die zeiden, dat een fiets
voor een docter niet pastte, want die hoorde in een
coupé. Hij kreeg zelfs een waarschuwing, dat hij met
die fiets nooit een deftige practijk zou krijgen. maar,
daarmede is het toch nog al behoorlijk geloopen. Wel
heeft die fiets verschillende avonturen veroorzaakt.
Zoo reed spreker eens in de Leidschevaart en werd
hij wel eens bloedend in het been gebeten en kreeg
hij zelfs wel eens een trap van een paard, maar ook
aan die avonturen raakte hij wel gewend en hij bleef
de fiets getrouw. De toestand van de wegen zooals
de Kerklaan en de Bleekersvaart gaven echter ook wel
aanleiding tot avonturen. Zoo herinnert spreker zich
ook hoe hij destijds een huis binnen wilde gaan op
de Molenwerfslaan, die toen nog heel slecht verlicht
was. De ingang van de huizen was daar aan den
achterkant en hij trapte door de deksel van een beer-
put. Verder commentaar overbodig.
Misschien is het de moeite waard, vervolgt spreker
om nog eens enkele oude herinneringen op te halen