54 29 September 1932.
3
Artikel 6.
1. De boekhouding van het bedrijf wordt gevoerd
naar de methode van dubbel boekhouden.
2. De boeken moeten een volledige en nauwkeu-
rige verantwoording geven van de bezittingen en schulden,
baten en lasten, ontvangsten en uitgaven van het be-
drijf. De uitkomsten der verschillende onderdeelen
moeten daaruit duidelijk en zoo nauwkeurig mogelijk
blijken.
3. Burgemeester en Wethouders kunnen nadere voor-
schriften geven omtrent de inrichting van de boekhouding.
Artikel 7.
Ten aanzien van de bedrijven, waarvoor een reke-
ning is genomen bij den postchëque- en girodienst,
geldt de bepaling, dat de boekhouder over die rekening
per giro of per chêque kan beschikken, mits het advies
omtrent de beschikking per chêque de medeondertee-
kening draagt van den Voorzitter der Commissie van
bijstand.
Artikel 8.
Leveringen en diensten van bedrijven onderling en
van bedrijven aan de gemeente of omgekeerd, worden
aan en door elk bedrijf vergoed alsof zij ten behoeve
van een derde hadden plaats gehad, tenzij de raad in
bepaalde gevallen anders mocht besluiten.
Artikel 9.
De gemeente verstrekt aan het bedrijf het noodige
kapitaal tegen den koers en de rente, waartegen zij
zelve leent, of, zoo de gemeente ten behoeve van
kapitaalverstrekking aan het bedrijf nog geen geldleening
heeft aangegaan, tegen de in elk geval door den raad,
onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten, te bepalen
rente.
Artikel 10.
1. Wanneer de kasgelden van een bedrijf en het
saldo bij den postchêque- en girodienst een voor dat
bedrijf door Burgemeester en Wethouders vast te stellen
bedrag overschrijdt en het meerdere niet benoodigd is
voor onmiddellijk te verrichten betalingen, wordt het
meerdere gestort bij den gemeente-ontvanger of bij de
door den Kaad aangewezen of aan te wijzen instelling.