54 29 September 1932.
5
De administratie van dit fonds geeft dan voor ieder
bedrijf den stand der reserve aan.
5. Over de reserve van het bedrijf mag alleen
worden beschikt krachtens een besluit van den ge-
meenteraad, hetwelk aan de goedkeuring van Gedepu-
teerde Staten zal worden onderworpen.
Afschrijving en aflossing.
Artikel 14.
1. De afschrijving op de onderscheidene bezittingen
van een bedrijf geschiedt volgens een tabel, waarop
de afschrijvingen worden uitgedrukt in honderdsten van
de aanschaffingswaarden dier bezittingen. Deze per-
centages van afschrijving worden zoodanig gekozen,
dat elk bezit geheel is afgeschreven binnen den ter-
mijn, waarover het geacht moet worden voor het
bedrijf nut op te leveren.
2. Deze tabel wordt door Burgemeester en Wet-
houders, gehoord de Commissie van Bijstand, vastge-
steld en aan den Raad ter goedkeuring aangeboden
en ten minste éénmaal in de vijf jaren herzien.
3. De jaarlijksche afschrijvingen op de waarde der
bezittingen zal minstens even groot zijn als de ver-
plichte jaarlijksche aflossing van het kapitaal, dat ten
behoeve van het bedrijf is geleend.
Artikel 15,
Het bedrijf lost jaarlijks bij de gemeente op rekening
zijner schuld af een bedrag gelijk aan de door de
gemeente op de voor het bedrijf aangegane geld-
leeningen verschuldigde aflossingen.
Controle.
Artikel 16.
1. De administratie van het bedrijf staat onder
voortdurende contrôle van Burgemeester en Wethou-
ders en de door hen aan te wijzen ambtenaren.
2. De boekhouder geeft aan Burgemeester en Wet-
houders, aan de Commissie van Bijstand, aan den
Voorzifter, elk lid en de Secretarissen van die Colle-
ges, alsmede aan den Directeur, den boekhoudkundige
als bedoeld in artikel 265 der Gemeentewet, aan den
in het volgende artikel genoemden deskundige en aan
Gedeputeerde Staten of hun gemachtigde alle verlangde
