Artikel 3.
Onder ton wordt verstaan 1003 K.G. laadvermogen.
De inhoud van een vaartuig wordt berekend naar
den Rijksmeetbrief, of daarmede gelijk te stellen stuk.
Bij gemis daarvan wordt de inhoud of het laadvermo-
gen geschat door den ambtenaar, met de invordering
van de rechten belast, tenzij de schipper of de eige-
naar verkiest, dat het vaartuig op zijn kosten door een
deskundige, door Burgemeester en Wethouders aan te
wijzen, worde gemeten.
Voor roeibootjes, behoorende bij vaartuigen, waar-
voor reeds rechten zijn betaaldvoor vaartuigen recht-
streeks in dienst van het Rijk, de Provincie of de
Gemeente en voor schepen of vlotten, die alleen van
gemeentewater gebruik maken voor doorvaren, zijn
geen rechten verschuldigd.
De rechten zijn bij stremming der scheepvaart ten-
gevolge van vorst niet langer verschuldigd dan over het
tijdvak waarover zij zijn of hadden moeten zijn voldaan.
Artikel 4.
Voor de toepassing dezer verordening wordt elk jaar
gerekend te loopen van 1 Januari tot en met 31 De-
cember, elke maand van den eersten tot en met den
laatsten dag der maand, terwijl onder een week wordt
verstaan een aaneengesloten tijdvak van 7 dagen.
Artikel 5.
Deze rechten zijn verschuldigd door dengene, die de
vergunning heeft aangevraagd, of zijne rechtverkrijgen-
den.
Van deze heffing is vrijgesteld het gebruik van
gemeentegrond of het hebben van particuliere werken
of inrichtingen, waarvan belanghebbenden zich het
recht bij overeenkomst hebben voorbehouden, alsmede
in het geval dat de verplichting tot betaling der rech-
ten het gevolg zou zijn van een door het gemeente-
bestuur bevolen wijziging van den bestaanden toe-
stand.
Artikel 6.
Indien vöör het verstrijken van den termijn, waarvoor
het recht is betaald, de vergunning wordt ingetrokken,