29September 1932
311
reid zijn, aan dit verzoek te voldoen en vraagt of een
der leden hieromtrent nog iets wil zeggen.
De heer ]h.r. van de Poll, Wethouder, zegt, onder
deze voorwaarden mee te kunnen gaan met de uit-
breiding van het aantal leden der raadsconrmissiën en
dat het aantal Commissiën wordt ingekrompen. Zoo
zou naar spreker's meening de Commissie voor de
Bezwaarschriften kunnen worden opgeheven, terwijl
de Commissie voor de plantsoenen zou kunnen worden
ondergebracht bij de Commissie voor Openbare Werken.
Spreker doet dit voorstel uit bezuinigings overwegingen.
De heer Audretsch merkt op, dat het niet zijn be-
doeling is om nu direct over te gaan tot aanvuiling
van de raadscommissiën, doch daarmede te willen
wachten totdat de verordening in dien zin gewijzigd
is.
De Voorzitter zegt, dat niettemin nu kan worden
overgegaan tot benoeming van 3 leden.
De heer /onckbloedt verklaart voor opheffing van
de plantscenencommissie te zijn.
De heer Van der Erf zegt, dat het hem eigenaardig
voorkomt, om uit bezuinigingsoogpunt de plantsoenen-
commissie af te schaffen, nu de plantsoenen zich steeds
maar uitbreiden.
De heer Rijkes kan ook niet veel gevoelen voor op-
heffing van deze Commissie en wil zeker daaromtrent
eerst het oordeel van den Wethouder vernemen.
De heer Audretsch is van meening, dat de plant-
soer.en-commissie vrijwel overbodig is, aangezien de
Wethouder zich imrners laat voorlichten door een spe-
ciaien adviseur en steeds op diens adviezen afgaat.
De heer Van Unen rnerkt op, dat de redeneering
van den heer Audretsch scheef gaat. De heer Audretsch
laat het voorkomen, of de Commissie wel naar huis
kan gaan, omdat er een adviseur is. Dat is geen reden
om die Commissie op te heffen. Spreker heett er ech-
ter geen bezwaar tegen, om die Commissie onder te
brengen bij de Commissie van Openbare Werken.
De heer De Boer zou juist om bezuinigingsredenen
de Commissie willen laten bestaan. Bovendien is
spreker van meening, dat voor de vergaderingen, die
op Zaterdagmiddag worden gehouden, toch geen pre-
sentiegeld behoeft te worden uitbetaald.
De heer Attema kan voor de combinatie van de
Commissie voor Openbare Werken en de Plantsoenen
veel gevoelen, juist omdat de aangelegenheden, die in
deze commissies worden behandeld, elkander zoo
dikwijls raken.