29 September 1932
312
De heer Rijkes is van meening, dat de Commissie
van Openbare Werken en den Reinigingsdienst haar
handen al zoo vol heeft, dat het hem wenschelijk
voorkomt, de Commissie voor de Plantsoenen te
handhaven.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, ook wel
prijs te stellen op het behoud van de Plantsoenen-Com-
missie. Door een aparte Commissie zullen de zaken
allicht beter onder het oog worden gezien. Wat de
opmerking van den heer Audretsch betreft. zegt spre-
ker, dat menzoo maar niet aan een adviseur gelijk geeft
en blindelings diens adviezen opvolgt. Voor het pian-
ten van bloemen en bollen heeft de Commissie een
deskundige in haar midden, terwijl de adviseur inder-
daad weer meer weet van het planten van boomen.
Spreker gevoelt er dan ook niets voor, om de pîant-
soenen Commissie op te heffen.
Hierna komt in stemming het voorstel van den heer
Jhr. van de Poll, Wethouder, om de Plantsoenen Com-
missie op te heffen en de daaraan verbonden werk-
zaamheden onder te brengen bij de Commissie voor
Openbare Werken.
Dit voorstel wordt verworpen met 105 stemmen.
Vöör het voorstel stemden de heeren Jcnckbloedt,
Van den Heuvel, Attema, Audretsch en Wethouder Jhr.
van de Poll.
Tegen het voorstel stemden de heeren Van Unen,
Van der Erf, De Boer, Van der Linden, Meeuwenoord,
De Tello, Disselkoen, Mevrouw Venhuizen, de heer
Rijkes en de Wethouder Dr. Droog.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten,
om het aantal leden der raadscommissiën met één lid
uit te breiden, terwijl de Commissie voor de bezwaar-
schriften tegen den aanslag in den hoofdelijken omslag
zal blijven voortbestaan tot het afdoen der Ioopende
zaken.
Alsdan wordt overgegaan tot de samensteüing der
onderscheidene raadscommissiën.
FinancieeLe Commissie.
Tot Voorzitter wordt benoemd de heer H. M. van
Unen met 14 stemmen, terwijl 1 stem blanco wordt
uitgebracht.
De heer Van Unen verklaart deze benoeming aan
te nemen.