6 October 1932
328
De Vojrzitter deelt mede, dat de wijziging, door de
Financieele Commissie voorgesteld, door Burgemeester
en Wethouders is overgenomen.
De heer Rijkes brengt in herinnering, hoe bij de be-
handeling van de schoolgeldverordeningen op 25 Sep-
tember 1930 door Burgemeester en Wethouders is op-
gemerkt, dat de opbrengst van het schoolgeld voor de
ouders een voortdurende zorg is. Spreker zou willen
vragen of de omstandigheden nu in 1932 van dien aard
zijn, dat de ouders van dien zorg zijn bevrijd of heeft
de gemeente momenteel geld noodig In het prae-
advies van Burgemeester en Wethouders heeft spreker
geleden dat bij het tegenwoordig tarief te verwachten
is, dat de opbrengst belangrijk lager zal zijn dan vo-
rige jaren, zulks in verband met de daling der inko-
inens. Moet de Raad de ouders dan nu nog zwaarder
belasten vraagt spreker. Hij beantwoordt die vraag
ontkennend en kan zijn stem aan deze voordracht dan
ook niet geven.
De heer Disselkoen zal niet in herhaling treden van
hetgeen hij reeds bij de verordening op de precario-
rechten heeft gezegd. Alleen wil hij nog eens uitdruk-
kelijk constateeren, dat deze verordening weer moet
worden beoordeeld los van de gemeentebegrooting 1933
en los van den stand der gemeente-financiën. De
vorige maal heeft spreker getracht die verordening
terug te sturen naar Burgemeester en Wethouders. De
meerderheid van den Raad was daar echter tegen.
Zelden, zoo vervolgt spreker, heeft hij een voorstel
gezien dat zoo slecht is geargumenteerd en zoo wei-
nig gedocumenteerd als dit. Wat zijn bezwaren tegen
deze voordracht betreft, zegt spreker, dat, wanneer
financieele voorzieningen noodig zijn, deze moeten
worden getroffen in den vorm van directe belastingen
en heffingen en niet door middel van extra school-
geldheffingen en dergeiijke crisis-heffingen, hetgeen
onbillijk is.
Nu echter deze heele zaak toch op de helling
wordt gezet, verdient het misschien aanbeveling om te
trachten daarin verbeterirgen aan te brengen. Spreker
ziet in deze verordening een voorzichtig behandelen
van de groote inkomens, hoewel weliswaar de inkomens
van 8-f 10.000.zwaarder worden belast. Hij stelt
echter voor, het aantal klassen tot 20 uit te breiden.
Op de tweede plaats, zegt spreker, wordt het open-
baar vervolgonderwijs stopgezet, hetgeen hij, ofschoon
het logisch is, betreurt. Maar, waarom dan die cijfers