6 October 1932
330
schreven, doch is ook van meening, dat het commissie-
werk weinig om het lijf heeft, indien men dit niet
doet. Het doel van de commissies is juist, om de
zaken rustig te bekijken. Spreker acht het echter nood-
zakelijk om de verordening opnieuw in de Commissie
te bekijken, indien zij in belangrijke mate zou worden
gewijzigd en zou den heer Disselkoen willen verzoeken,
zijn amendementen bekend te maken.
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, merkt op,
dat het overbodig is om nu nog lang over deze ver-
ordening te praten, indien zij toch wordt aangehouden.
De heer Meeuwenoord kan wel iets voor aanhou-
ding gevoelen, nu het blijkt, dat de Financieele Com-
missie een andere meening heeft.
De heer Van Unen merkt op, dat de heer Dissel-
koen het er helaas echter bij neergelegd heeft in de
Financieele Commissie, zoodat hij nu eigenlijk niet
weet, wat te moeten doen.
De Voorziüer merkt op, dat de Onderwijs Commissie
zlch ook uitgesprokcn heeft over deze Verordening.
Spreker noemt het spelen met de Commissies, indien
haar adviezen nu zoo maar op zij worden gezet.
De heer Audreisch vraagt of men nu niet eerst kan
laten uitmaken, of men vöôr of tegen verhooging van
het schoolgeld is.
De heer /hr. van de Poll, Wethouder, merkt op,
dat moet worden uitgemaakt om de verordening al of
aan niet aan te houden. De Onderwijs Commissie en
de Financieele Commissie hebben ieder een rapport
uitgebracht.
De heer Rijkes informeert, of de verordening kan
worden aangehouden.
De Voorzitier antwoordt hierop bevestigend.
De heer Rijkes zou dan willen voorstellen om die
verordening nog eens te bekijken in een volgende
vergadering.
De heer Disselkoen noemt de opmerking van den
heer Meeuwenoord, die blijkbaar de Commissies van
voorbereiding en bijstand verwart, niet juist. De leden
van de financieele commissie hebben zich het recht
voorbehouden om in den Raad hun eigen meening
naar voren te brengen. De mededeelingen van den heer
Van Unen dateeren klaarblijkelijk uit het oude tijdperk,
toen een compromis nog mogelijk was. Nu echter de
andere fracties geen samenwerking wenschen met de
O.S.P. kan de Raad toch niet van spreker verwachten,
dat hij zijn ainendementen aan de Commissies geeft.