6 October 1932 331 De heer Van Unen zegt, dat de lieer Disselkoen hier spreekt over een gebrek aan samenwerking, doch bij de behandeling van deze verordening in de Finan- cieele Commissie was er nog niets te doen. De heer Disselkoen heeft dan ook in die vergadering over geen enkel amendement gesproken. Spreker kan het'dan ook niet verstandig vinden, dat de lieer Disselkoen zijn amendementen niet bekend maakt, tenzij het hem om obstructie is te doen. Een zakelijke wijze van hande- len kan spreker dit tenminste niet noemen. Hij zou gaarne de Commissie voor de Financien en de Com- missie voor het Onderwijs willen hooren over die amendementen. De heer Van der Erf heeft van den heer Dissel- koen een verwijt gehoord aan den Raad over een weigering van samenwerking met de O.S.P. Een groot gedeelte van den Raad heeft den heer Disselkoen echter gegeven wat liern toekomt. Dat de heeren onderling ruzie krijgen is voor hun rekening. Spreker vindt het echter treurig, dat de Raad hier zijn tijd moet verklet- sen. Het lijkt hem dan ook juister, dat de heer Dissel- koen het voeren van obstructie maar achterwege laat. De heer Disselkoen merkt op, dat wanneer men hier over een ruzietje gaat spreken, het dan geen zin heeft om het inzicht te gaan verdiepen. Van obstructie is echter geen sprake de stroevere behandeling van de zaken hebben de heeren zelf uitgelokt. Spreker heeft recht op 1/15 van de raadscommissiën zetels. De heer Van der Linden zegt, dat deze verordening in de Onderwijs Commissie heel serieus is bekeken. Hij acht daarom geen termen aanwezig om deze ver- ordening aan te houden. De heer /onckbioedi begrijpt van de heele zaak niets meer. Heeft nu ineens de heele Commissie een andere meening, omdat één der leden een andere houding aanneemt De heer /hr. van de Poll, Wethouder, zou den Raad willen uitnoodigen om nu maar uit te maken of de verordening al dan niet moet worden aangehouden. De heer Van Unen wil deze verordening aanhouden onder voorwaarde, dat de heer Disselkoen zijn amen- dementen bekend maakt. De heer Disselkoen zegt te zullen bewijzen, geen obstructie te willen voeren en zijn amendementen te zullen indienen. De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, „dat is klare wijn".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1932 | | pagina 13