6 October 1932
339
redactie van de bladen, die dan op hun beurt konden
uitmaken, wie zij wilden zenden. Men kan er niet
mede af, dat de plaatselijke bladen geen sportredacteur
hebben, of meende men dat er geen sportredacteur is,
dan kon hier ook siechts sprake zijn van een ver-
moeden en dat is toch niet de juiste weg. Spreker
heeft het gevoel, dat men voor deze belangrijke ge-
beurtenis, de Eerste Heemst. Courant te onbelangrijk
heeft geacht, een courant, die haar kolommen steeds
zoo royaal mogelijk ter beschikking stelt voor alles,
hetgeen van belang kan worden geacht vcor de ge-
meente.
Wel typisch is het overigers, dat een grcot blad,
dat werd uitgenoodigd, slechts 10 regels aan deze
geheele gebeurtenis heeft gewijd. Zeer zeker hadden
de mededeelingen, op de persconferentie gedaan. zoo
royaal mcgelijk gepubk'ceeid moeten worden. Uit het
resumé krijgt men wel den indruk, dat deze zaak heel
eenvoudig in elkaar zit, doch zoo eenvondig is zij
geenszins. Inderdaad, die verslaggever heeft uiteindelijk
een kaart gekregen, doch dat was een persconlijke
uitnoodiging. Als spreker dan ook een resumé moest
geven van de juiste toedracht der zaak, dan zou dit
ongetwijfeld nog even anders klinken dan het resumé
van Wethouder Jhr. van de Poll. R.C.H. heeft haar
leedwezen betuigd over hetgeen voorviel en heeft
gezegd dat een en ander niet overeenkomstig haar
zienswijze is geschied.
De lieer Jhr. van de Poll, Wethouder, bevestigt
dit.
De heer Rijkes merkt verder op, dat reeds is ge-
zegd, dat in het vervolg de plaatselijke bladen zullen
worden uitgenoodigd. Spreker zou echter nog wel
willen weten of de Commissie deze weigering aan-
voelt als een Heemsteedsch belang?
De heer Audretsch zegt, de woorden van den heer
Rijkes te onderschrijven. Hetgeen hem trof, is dit, dat
de heer Jhr. van de Poll heeft medegedeeld, dat de
niet-uitmoodiging bewust is geschied. Dat de Heern-
steedsche bladen geen sportredacteur hebben, acht hij
geen steekhoudend argument.
De heer Van der Erf moet verklaren, dat het hem
ontgaat, welk gemeentebelang bij deze zaak is be-
trokken.
De heer Disselkoen heeft ook met verwondering
gehoord, dat het niet-uitnoodigen bewust is gedaan.
De Commissie heeft blijkbaar niet gezien, dat de ope-