6 October 1932
322
beschouwen, hoewel men haar natuurlijk wel zoodanig
kan maken.
De heer Van den Heuvel kan met het denkbeeid
van den heer Disselkoen niet meegaan. De Raad moet
met evenveel frischheid de schoolgeldverordening be-
handelen. Waarom ook zou de Raad ininder ïrisch
zijn, vraagt spreker.
De heer Van Unen is het wei met den heer Van
den Heuvel eens. Bovendien zou hij het zeer betreuren,
als de Wethouders niet medestemden. De wet voorziet
in de gevallen, dat de Wethouders niet mede mogen
stemmen. Het is dus hier in het geheel geen kwestie
van politiek fatsoen. De Wethouders zouden hun plicht
verzuimen. indien zij niet meestemden.
De heer Disselkoen merkt op, dat de Raad bijeen-
komt, niet alleen om de stukken te behandelen, die
Burgemeester en Wethouders aan de orde stellen, doch
ook voor de behandeling van die aangelegenheid, die
de Raad zelf aan de orde stelt. Het was inderdaad
geoorloofd, dat de Wethouders medestemden. Spreker
heeft het dan ook niet gehad over politiek fatsoen doch
over politieke fijngevoeligheid en die moet hen weer-
houden om mede te stemmen over de bepaling van
het tijdstip, waarop een raadslid een interpellatie wil
houden. Een uitzondering hierop maakt de Voorzitter,
die zijn meening moet zeggen over de afwerking van
de agenda.
Het voorstel van den heer Disselkoen om de vragen
van den heer Rijkes direct na de benoeming van het
nieuwe lid der raadscommissiën aan de orde te stellen,
wordt vervolgens ondersteund door de heeren Rijkes
en Van der Erf.
De heer De Boer meent, dat alle leiding maar moet
blijven in handen van Burgemeester en Wethouders.
Het lijkt wel of het in den ouden tijd aliemaal „ja-
knikkers" waren. Als Heemstede in de toekomst voor-
uit blijft gaan, zooals het in de laatste 20 jaren voor-
uitging, dan kan het nogal losloopen. Spreker heeft
indertijd gezegd, dat het hier gezellig begint te wor-
den, doch dat begint al aardig uit te komen. Er wordt
nu al verondersteld, dat de Raad straks niet frisch meer
zal zijn. De pers zal nog denken, dat er iets anders
dan water in de karaffen gedaan is.
De heer Jhr. van de PoLl, Wethouder, merktop.dat
de heer Disselkoen den Burgemeester heeft willen uit-
schakelen. Dat is echter niet juist. Er worden vragen
gesteld over het beleid van Burgemeester en Wethou-