93 15 December 1932,
4
BORGSTELLING VOOR DE R.K. MIDDENSTANDS-
WONINGBOUWVEREENIGING „HET OUDE POST-
HUIS".
Aan den Raad.
Bij Uw besluit van 21 Januari 1926 werden wij o.a.
gemachtigd om de gemeente tot uiterlijk 23 December
1937, onder afstand van de rechten van uitwinning en
schuldsplitsing en verder van alle voorrechten en excep-
tiën, bij de wet aan borgen toegekend of nog toe te ken-
nen, borg te stellen ten behoeve van den heer Mattheus
Zandbergen te Hillegom, voor de behoorlijke voldoening
van al hetgeen deze uit welken hoofde ook, nu of later
ter zake van de overeenkomst tot het aangaan van een
tweede hypothecaire geldleening groot vijf en twintig-
duizend gulden van de schuldenaresse, de Roomsch-
Katholieke Middenstandswoningbouwvereeniging „Het
Oude Posthuis", gevestigd te Heemstede te vorderen
mocht hebben, onder uitsluiting van een beroep op
schuldvergelijking.
Bepaald werd, dat de leden van genoemde vereeniging
zich allen persoonlijk en hoofdelijk tegenover de gemeen-
te borg zouden moeten stellen voor de nakoming van
alle door „Het Oude Posthuis" door het sluiten van
bovengenoemde hypothecaire geldleening op zich te
nemen verplichtingen, zulks onder afstanddoening van
de voorrechten ven schuldsplitsing en eerder uitwinning,
in de wet aan borgen toegekend en onder uitsluiting
van een beroep op schuldvergelijking, met dien ver-
stande dat de leden ieder voor zich nimmer tot meer-
dere betaling wegens deze borgstelling en voor de
borgstelling op de eerste hypotheek zullen gehouden
zijn d: n tot een som van ten hoogste eenduizend gulden.
In de akte van hypotheekneming is de aflossing als
volgt bepaald
In 1927 en 1928 telkens f 1.000.—in 1929 en 1930
telkens f 1.500.terwijl later telken jare een bedrag
van f 2.900.^- zou worden afgelost.
Deze aflossing is voor de vereeniging te bezwaarlijk
gebleken. Reeds was zij genoodzaakt de aflossing van
f 1.000.in 1928 na te laten en hetplanvan aflossing
daardoor iets te verschuiven, zoodat is afgelost 2 X