88
December 1932
schadeloosstelîingen binnenkort plaats zal hebben en
deze in 1932 kunnen worden verantwoord, zoodat een
dergelijke raming als in 1932 heeft plaats gehad, voor
1933 achterwege moet blijven.
Verder hebben wij ons steeds op het standpunt gc-
steld dat de raming der schadeloosstelling door Haar-
lem krachtens art. 22 der wet uit te keeren, moest
worden gebaseerd op onze vordering van een uitkeering
gedurende 20 jaren. Het is U echter bekend dat de
hieromtrent in eerste instantie door Gedeputeerde Sta-
ten dezer provincie genomen beslissing slechts eene
5-jarige uitkeering beoogt, waarvan de laatste termijn
1 Januari 1932 vervallen zou zijn. Meermalen äs onzer-
zijds de biliijkheid en het recht op een Iangduriger
schadeloosstel.ing betoogd. Het besluit van Gedeputeer-
de Staten is nog niet door de Kroon goedgekeurd. Wij
achten het echter niet langer met een voorzichtige finan-
cieele politiek in overeenstemming om, na het verstrijken
van den laatsten ternrijn door Gedeputeerde Staten ge-
steld, nog eene schadeloosstelling te ramen. Ware in dit
opzicht rnet de gewone wijze van raming doorgegaan,
dan zou voor 1933 lcunnen zijn uitgetrokken rond
J 132.000.welke raming echter thans om de genoeni-
de reden achterwege blijft.
Een belangrijke factor bij de hoogere raming.in totaal
van de uitgaven vormt ook het nadeelig saldo volgens
de rekening 1931 ad rond /171.000.— welk sa'do in
de begrooting van 1933 moet worden opgenomen. Dit
saldo bedraagt ruim 156.000.meer dan in de be-
grooting voor 1932 moest worden geraamd. Dat het
nadeelig saldo vân 1931 niet hooger was, nu in dat jaar
geen andere schadeloosstelling dan die wegens winst-
derving voor de bedrijven werd ontvangen, komt in
hoofdzaak omdat enkele belastingen meer hebben opge-
bracht en het gas- en electriciteitsbedrijf meer in de
gemeentekas konden storten dan geraaind was, terwijl
voorts ten laste van verschillende hoofdstukken wat
minder Ts uitgegeven dan werd geraanrd. In het vervolg
zuilen echter dergelijke meevallers in nrindere mate
voorkomen nu de plaatselijke inkomstenbelasting afge-
schaft is en nu in het algemeen- eene scherpere raming
noodwendig moet plaats hebben.
In den dienst van 1933 is verder een hoogere raming
van ongeveer 40.000.noodig voor subsidie aan
Maatschappelijk Hulpbetoon. Hierbij heeft Maatschap-
pelijk Hulpbetoon de raming gebaseerd op de uitgaven
over het eerste halfjaar 1932. Het is U verder bekend
