16 December 1932.
461
houders hebben nog nooit van een particulier een aan-
vrage gehad. Komen er aanvragen om grond, dan is
dat altijd om te koopen. Spreker verwacht ook niet
dat in de naaste toekomst menschen om grond in erf-
pacht zullen komen. In deze gemeente wordt veel ge-
werkt met hypotheken, terwijl het erfpachtstelsel zich
daartoe niet bij uitstek leent. Degenen, die zich hier
komen vestigen vinden het veel prettiger om te koopen.
Uitgifte in erfpacht strookt ook niet met de door de
gemeente gevoerde grondpolitiek. De heer De Tello
heeft Amsterdam aangehaald waar door samengaan
van bouwers en architecten het gemakkelijker is de te
stichten wijken goed te verdeelen. In Amsterdam is
voor iedere wijk een architect. Dit heeft echter niets
met erfpacht te maken. Hoogstens vergemakkelijkt lret
de zaak. Doch ook in Heemstede wordt dit stelsel
toegepast. Bij de beoordeeling van bouwplannen door
de Schoonheidscommissie, wordt wel degelijk gekeken
naar de wijken en straten waar de ontworpen wonin-
gen zullen worden gesticht alsmede naar de belendende
perceelen. In Amsterdam waar zulks in 't groot ge-
beurt, heeft dit natuurlijk meer effect. Spreker gelooft
dan ook dat in deze gemeente de mogelijkheid van
erfpacht voor particulieren in heele groote uitzonderin-
gen niet is uitgesloten.
De heer Disselkoen merkt op, dat de heer Jhr. van
de Poll zoo sprekende, de conclusie van het rapport
van Burgemeester en Wethouders wijzigt.
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, heeft nooit
aardeiding gehad die te wijzigen. Er is nooit een aan-
vrage om gronden in erfpacht van particulieren inge-
komen. Spreker wil eerst eens afwachten of die komt.
De heer Rijkes deelt de zienswijze van Dr. Droog.
Ook hij meent, dat geen vrije keuze moet worden
opengesteld. Spreker zou de laatste 3 regels van de
conclusie in het rapport van Burgemeester en Wethou-
ders als volgt willen lezen „terwijl uitgifte in erfpacht
kan worden toegepast, wanneer dit voor vereenigings-
bouw en bij uitzondering ook voor particulieren door
Burgemeester en Wethouders wenschelijk mocht wor-
den geacht".
De Voorzitter wil even opmerken, dat dit dus niet
uitsluit dat Burgemeester en Wethouders het ook niet
wenschelijk kunnen achten.
De heer Van Unen rneent, dat de Raad aan
voo:-den-gek-houderij doet. Burgemeester en Wethou-
ders en ook spreker voelen er niet voor om het