16 December 1932. 462 Instituut van erfpacht a!s regel gelijkwaardig met ver- koop te stellen. De motie van den heer Disselkoen is nu wel aardig, maar Burgemeester en Wethouders zeggen „maar dan moeten wij het ook maar wen- schelijk vinden". Nu kan de Raad den heer Disselkoen wel aangenaam zijn door de motie te aanvaarden, maar Burgemeester en Wethouders kunnen door den tusschenzin deze altijd naast zich neerleggen. Spreker is van meening dat verkoop van grond regel moet zijn. Het stelsel om erfpacht toe te passen, als Burge- meester en Wethouders het wenschelijk achten, noemt spreker een goede mop. De Raad kan dan maar beter zeggen wat of hij precies wil. De heer Attema wil nog eens ernstig wijzen op de nadeelen van erfpacht. Als de erfpacht aangenomen wordt, zooals nu voorgesteld, dan zal nog altijd de vraag blijven bestaan wie moet worden uitgesloten van de erfpacht en om welke reden deze uitsluiting moet plaats hebben. Bovendien waarschuwt spreker tegen het financieel gedeelte, omdat, gezien van den kant der belastingbetalers, het stelsel niet voordeelig is, daar het geld in de lange toekomst eerst zal terug komen. De heer Audretsch is van meening, dat het in de praktijk niet zal voorkomen dat particulieren aandrin- gen op erfpacht, orndat daar moeilijk hypotheek voor is te verkrijgen. Zij doen niets liever dan koopen. In Haarlem doen velen alle mogelijke moeite om de erf- pacht af te koopen. Hij voorziet dat velen om deze reden Heemstede zullen mijden. De heer De Tello kan zich vereenigen met het voorstel om erfpacht mogelijk te maken. De wijze waarop en de voorwaarden waaronder erfpacht zou worden verleend zal dan in eerste instantie aan het gemeentebestuur kunnen worden overgelaten. Is dit niet ten genoege van den Raad kan deze dit nog altijd corrigeeren. De heer Van der Erf meent dat het de bedoeling is om een uitspraak uit te lokken om daardoor voortaan de- batten over erfpacht te voorkomen. Spreker ziet echter als een gevolg van het te nemen besluit dat het stel- sel van erfpacht een voortdurend punt van bespreking zal blijven uitmaken als ieder geval in den Raad moet worden bekeken. De heer Jonckbloedt merkt op, dat nu iedere ver- koop in den Raad wordt besproken en vindt het niet

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1932 | | pagina 11