16 December 1932.
476
storm verband heeft gehouden met de afscheiding van
de O. S. P., maar dat deze veeleer is opgericht tegen
de S.D.A.P. Spreker hecht echter aan deze subsidie
geen beteekenis. Hij meent dan ook dat de Vrijwillige
Landstorm niet in tact is te houden met een subsidie
van f 25.en wil deze dan ook laten vervallen.
De heer Van der Erf vindt het een prettig geluid
dat deze subsidie niet meer noodig zou zijn. Spreker
aclit het echter beter dit instituut te behouden, omdat
het niet zeker is dat de heeren eenmaal op hun gun-
stige meening terugkomen.
De Voorzitter brengt het voorstel van den heer De
Tello, om de subsidie voor den Gewestelijken Land-
storm af te schaffen, in stemming, hetwelk wordt ver-
worpen met 12 tegen 2 stemmen.
Vöôr dit voorstel stemden de heeren Disselkoen en
De Teilo.
Tegen dit voorstel stemden de heer Audretsch,
Mevrouw Venhuizen, de heeren Rijkes, Van Unen,
Van der Linden, Van der Erf, Jonckbloedt, Meeuwen-
oord, Van Lent, Attema en de beide Wethouders Jhr.
van de Poll en Dr. Droog.
Volgno. 279. Kosten van maatregelen in hei belang
van de openbare gezondheid.
De \oorzitter wil naar aanleiding van de opmerking
van de Financieele Commissie, er allereerst op wijzen
dat dit jaar reeds zijn voorgevallen 43 gevallen van
roodvonk, 14 van diphterie, 1 van febris typhoidea en
1 van de ziekte van weil, totaal 59 gevallen van be-
smettelijke ziekten.
Spreker meent dat dit groote aantal gevallen van be-
smettelijke ziekten zich ook in 1933 zou kunnen her-
halen waardoor het uitgetrokken bedrag absoluut noo-
dig zal zijn.
De heer Van Unen begrijpt wel, dat op dit onder-
deel geen bezuiniging mogelijk is. Spreker acht echter
de kosten van onderhoud, schilderen en reinhouden van
urinoirs en toiletgebouwtjes zeer hoog.
Spreker wenscht bij dezen post, hoewel ook andere
posten zooals voor de plantsoenen, onderhoud wegen
enz. aan dat euvel lijden, de opmerking te maken dat
hieruit het bedrag dat aan Ioon wordt uitbetaald niet
kan worden gedistilieerd.
Spreker zou de vraag willen stellen of de dienst van
Openbare Werken misschien niet te groot is; of er