16 December 1932.
478
worden overgelaten, orndat in deze Commissie toch
ook werkgevers zitting hebben zooals de heeren Jonck-
bloedt en Attema. Spreker merkt voorts op, dat wan-
neer vaste werklieden afgestaan worden voor buiten-
gewoon werk er dientengevolge losse arbeiders worden
aangenomen om het werk der vasten te doen. Hieruit
mag toch niet de conclusie getrokken worden, dat dan
een vast werkman overbodig is.
Spreker acht het noodzakelijk dat voor buitengewoon
werk, als het onderhoud van wegen, maar vooral ook
in Groenendaal vaste werklieden worden aangewezen
om ploegen van losse arbeiders te controleeren. Spre-
ker wijst er op, dat de Directeur van Openbare Wer-
ken erg bang is dat te veel menschen worden aange-
steld, waardoor zulks niet plaats heeft dan nadat er
een overvloed van werk is. Het algemeen oordeel
over de manier van werken is gunstig. Spreker voelt
er dan ook niet voor, een Inspecteur aan te stellen.
De heer Van Unen blijft bij zijn meening dat de
Wethouder in normale tijden den grooten vasten staf
van menschen niet kan onderbrengen. Is daarin geen
wijziging mogelijk, dan lijkt het spreker ondoenlijkom
te bezuinigen.
De heer Audretsch steunt den heer Van Unen en
s vinnt ook, dat door het niet specificeeren van het loon
een minder goed beeld van de begrooting wordt ver-
kregen. Spreker vindt het een verkeerd systeem, dat
mnnschen met een pet worden bevorderd tot voorman
omdat zij in die functie zelf geen werk doen, maar
toezien dat anderen werken.
De heer Dr. Droog, Wethouder, vraagt, wie dan
voor opzicht bij buitengewoon werk moet worden
aangesteld.
De heer Audretsch meent, dat gevoegelijk 1 op-
zichter kan worden aangesteld, die dan de verschillende
werken kan afloopen.
B De heer Dr. DroogWethouder, zegt, dat een voor-
man even hard meewerkt.
De heer Audretsch is van meening, dat vaste werk-
lieden als voormannen worden betaald en geen werk
doen.
De heer Van Unen merkt op, dat, als men te veel
vaste menschen in dienst neemt, men hen in slappe
tijden niet zoo gemakkelijk zal kunnen ontslaan, waar-
door elk probeeren om goedkooper te werken al bij
voorbaat is uitgesloten.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat alleen bij