16 December 1932. 480 Comtnissie hoe een rationeeler werkmethode voor de bedrijven is te vinden hetgeen misschien mogelijk zou zijn door met anderen te overleggen. De vraag van den heer Van Unen zou alleen dit tot gevolg kunnen hebben, dat de Raad een bevestiging krijgt van de beweringen van den Wethouder. Spreker ondersteunt dan ook het verzoek, om een onderzoek in te stellen naar een rationeeler werkmethode. Spreker wijst er op dat bij de Gasfabriek een dienstcommissie is ingesteld waardoor overleg inzake de werkwijze mogelijk werd getnaakt. Bij Openbare Werken werd dit echter niet noodig geoordeeld. De vraag van den heer Van Unen kan door spreker niet onredelijk worden geacht en ook hij vindt het beter dat in een eventueele cominissie geen raadsleden zullen zitting hebben. De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat de cijfers die de raadsleden verlangen uit de begrooting zijn te putten. In de Commissie van Openbare Werken zitten menschen die wel degelijk verstand van deze zaken hebben en het wijst niet op een groot vertrouwen. Spreker acht een enquête alleen dan noodig als geld verspild zou worden en acht een- onderzoek zonder reden voor den Directeur van Openbare Werken onge- wenscht. Volgens spreker is er evenveel aanleiding een onderzoek op de Secretarie in te stellen als voor Openbare Werken. De heer \an LJnen wijst er op, dat de zaak heel anders gesteld wordt dan bedoeld is. Het is in 't ge- heel zijn bedoeling niet de Commissie voor Openbare Werken aan te vallen. Tijdens deze zittingen zijn reeds verscheidene malen voorstellen van de Financieele Com- missie afgestemd maar spreker ziet daar in 't geheel geen wantrouwen in tegenover zijn werk. De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt dat er geen goede redenen bestaan die een onderzoek zouden wet- tigen. éb De heer Van Unen meent, dat de bewering dat het niet anders kan, ook geen goede reden is om dit af te wijzen. De heer Dr. Droog, Wethouder, oordeelt dat de controle van de Commissie van Openbare Werkenge- noeg in. Er wordt voor den Raad niets verdoezeld. De heeren weten heel goed dat ook de heer Rijkes niet critiekloos is en de heeren Attema en Jonckbloedt zijn zeker ter zake kundig. Spreker acht het daarom niet noodig nog een andere commissie te benoemen. Men stikt zoodoende in de commissies.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1932 | | pagina 29