16 December 1932.
482
f 500.— lager te stellen, waarmede Burgemeester en
Wethouders en de Raad zich kunnen vereenigen.
De heer De Tello heeft geen bezwaar tegen de
mindere raming, doch zou gaarne de bemiddeling vau
Burgemeester en Wethouders willen inroepen voor
verbetering van enkele z.i. verkeerde toestanden. Het
is hem n.l. bij het bezoeken van zwemfeesten en wed-
strijden opgevallen dat het publiek. dat, mede door de
matige toegangsprijzen, vrij talrijk aan wezig is, zeer
lang moet wachten, alvorens te worden toegelaten,
waardoor de wedstrijden vaak veel te laat beginnen.
Dan zijn door hem klachten vernomen van zwemmers,
dat veel afval in het water terecht komt. Hij zou
gaarne zien, dat de grasrand vervangen werd door
tegels, waarachter dan de beplanting weer kon wor-
den geplaatst. Zoodoende worden twee rijen voor
zitplaatsen verkregen.
De heer Dr. Droog, Wethouder, geeft toe, dat dit
bezwaar inderdaad bestaat en ook reeds werd bespro-
ken. De door den heer De Tello genoemde oplossing
lijkt niet kwaad, doch kost waarschijnlijk veel geld.
Een en ander zal echter worden overwogen.
De heer fonckbloedt waarschuwt den Wethouder,
toch vooral geen toezeggingen te doen, vooral waar
hij veronderstelt dat deze verbeteringen wel eenige
duizenden zullen kosten.
De heer De Tello merkt op, dat hij alleen een idée
wenschtte aan te gevenwat de kosten betreft, dit is
niet zijn zaak, maar die van de zwemvijvers.
Deze post wordt vervolgens zonder hoofdelijke
stemming aangenomen, met inachtneming van de voor-
gestelde verlaging van f500.
Bij volgno. 283, „Snbsidie Badhuiswordt eveneens
door de Financieele Commissie een lagere raming van
f 500.voorgesteld.
De heer Rijkes zou gaarne weten of dit gehandhaafd
blijft, waarop de heer Van Unen als Voorzitter van
de Financieele Commissie antwoordt, dat de Commissie
heeft gemeend, de Stichting tot Exploitatie van het
Badhuis te moeten noodzaken de uiterste zuinigheid
te betrachten. Burgemeester en Wethouders hebben dit
in hun hand, daar bij hen de goedkeuring der badhuis-
begrooting berust. Het bedrag van f500.is slechts
een willekeurige som en geen mathematisch opgezette
berekening.
De heer Dr. Droog, Wethouder, merkt op, dat,