16 December 1932. 496 vindt men dit verschrikkelijk. Spr. heeft zich dan ook verbaasd over den geldhonger van de voorstanders van het bijzonder onderwijs. De voorstanders van het open- baar onderwijs staan hier machteloos en moeten vol- staan met het constateeren van de feiten. De heer Attenn was aanvankelijk ook voor deze be- zuinigings-maatregel, doch nadat hij gehoord heeft, hoe die schooltjes haast in de onmogelijkheid verkeeren, om hun uitgaven te dekken, kan hij momenteel niet voor die 20% verlaging van de subsidie stemmen. De heer Van der Linden betreurt het voorstel tot deze vermindering van de subsidie. Op allerlei mogelijke rnanieren moeten die scholen trachten hun onkosten te dekken, zooals door het oprichten van fancy fairs e.d. Spr. is er van overtuigd, dat die schoolbesturen hun financiën zoo zuinig mogelijk beheeren. De heer Dissel- koen heeft wel gesproken over den geldhonger van de voorstanders van het bijzonder onderwijs, doch er mag niet uit het oog worden verloren, dat de in de vorige raadsvergadering genomen bezuinigings-maatregel voor het openbaar onderwijs eveneens van toepassing is op het bijzonder onderwijs. Een groot gedeelte van de bur- gerij stelt bovendien nu eenmaal prijs op bijzonder on- derwijs. Om objectief te blijven moet men maar naar de cijfers kijken. Voor dien geldhonger is geen enkel motief. De besturen van die scholen leggen zich vrij- willig zware zorgen op en wanneer dan gesproken wordt over geldhonger, als de liefdadigheid al zoo hoog is opgevoerd, dat men tenslotte al haast niet meer durft te vragen, getuigt dit van weinig waardeering voor het werk, dat anderen zich vrijwillig opleggen, doch eerder van haat tegen het bijzonder onderwijs De heer Van Unen heeft de politiek hier heelemaal buiten willen houden. Het voorstel van de Financieele Commissie heeft ook niets met waardeering voor het werk der schoolbesturen te maken. Die 20 is ook niet het mathematisch minimum. Bezuinigen, heeft spr. ge- zegd, doet nu eenmaal altijd pijn, doch het is nood- zakelijk, dat die bezuiniging overal wordt doorgevoerd. Bovendien, zegt spr., is er een tijd geweest, dat die scholen in het geheel niet werden gesubsidieerd. De heer De Tello merkt op, dat hij, op gevaar af van verdacht te worden, haat te koesteren tegen het bijzon- der onderwijs, als zijn meening te kennen moet geven, dat ook deze scholen in het belang van de gemeente- financiën moeten bezuinigen. Men staat hier voor de noodzaak. Er wordt gezegd, dat ernstige schade aan het voorbereidend onderwijs zal worden toegebracht. Door-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1932 | | pagina 49