16 December 1932.
500
Wethouder ]hr. van de Poll heeft zich in de vergade-
ring van B. en W. zijn stem voorbehouden.
Het voorstel wordt bij stemming met 8 tegen 6 stem-
men aangenomen.
Voor het voorstel stemden de heer Audretsch, Mevr.
Venhuizen en de heeren Rijkes, Van Unen, Van der
Linden, Attema, De Tello en de Wethouder Jhr. van
de Poll.
Tegen het voorstel stemden de heeren Van der Erf,
Jonckbloedt, Van Lent, Meeuwenoord, Disselkoen en
de Wethouder Dr. Droog.
Volgno. 442. Belooning van doctoren, enz.
De heer Audretsch vindt eigenlijk een verhooging der
belooning voor den controleerend gemeente-arts van
/300.— op /500.te groot. Hij had liever gezien, dat
het eerste jaar den controleerend geneesheer was opge-
dragen notitie te houden van de verrichte werkzaam-
heden, waarna dan het volgend jaar kon worden nage-
gaan, of er reden was de belooning te verhoogen.
Na een uitvoerige opsomming van de taak van den
controleerend geneesheer door Wethouder Dr. Droog,
trekt de heer Audretsch zijn voorstel in.
Het voorstel om de belooning op /500.-te stellen
opgenomen in raadsstuk 95
4e Wijziging jaarwedderegeling ambtenaren
wordt zonder stemming aangenomen.
De heer Van der Linden acht het een bezwaar en
beneden de waardigheid van een arbeider om zich bij
Maatschappelijk Hulpbetoon te moeten melden, teneinde
voor geneeskundige verzorging in aanmerking te ko-
men. Hij zou liever zien, dat dit op het Raadhuis kon
geschieden.
De heer De Tello acht het voorstel ten aanzien van de
ziekteverzekering een groote verbetering. Hij zou echter
gaarne bevestiging hebben, dat de indruk van den heer
Van der Linden, dat Maatschappelijk Hulpbetoon zal
beslissen of iemand daarvoor in aanmerking komt, on-
juist is.
Tevens zou hij graag de volgende vragen willen stel-
ien: Welke maatstaf wordt aangelegd bij het bepalen
der armlastigheid? Wordt rekening gehouden met mo-
gelijke wijziging der omstandigheden in den loop van
het jaar, zoodat aanvulling der opgave mogelijk is?
B. en W. spreken over onderbrenging der verzeker-