16 December 1932.
456
deze begrooting zonder hoofdelijke stemming onveran-
derd wordt vastgesteld.
De Moorzitter stelt vervolgens aan de orde de be-
grooting voor het
Orondbedrijf
voor 1933 aangevende op den gewonen dienst aan
baten en lasten een totaal bedrag van f 100.803.75 en
op den kapitaaidienst aan inkomsten en uitgaven van
f 675.000.—
Erfpacht
De heer De Tello vraagt of bij deze begrooting de
erfpacht ter sprake kan worden gebracht.
De \oorzitter antwoordt hierop bevestigend.
De heer De Tello verbaast het niet, dat in de nota
van Burgemeester en Wethouders het erfpachtstelsel
wordt afgewezen. Spreker is principieel voorstander
van erfpacht maar geeft toe, dat, wil het stelsel waar-
de hebben, de gemeente moet kunnen beschikken over
een hoeveelheid grond. De vraag is nu maar, indien
men niet de beschikking heeft over een beduidend
grondbezit wanneer men dan het stelsel van erfpacht
moet invoeren. Als men maar steeds doorgaat met het
verkoopen van grond, dan zal dientengevolge ook nooit
bereikt worden dat een groot grondbedrijf wordt ver-
kregen. Burgemeester en Wethouders moeten daarom
trachten een grooter grondbezit te krijgen, waardcor
het erfpachtstelsel ook waardevoller zal worden.
Men moet, volgens spreker, de kwestie van erfpacht
niet stellen afsof dat een hobby zou zijn van de S.D.
A.P. Dit is onjuist en niet alleen een voorliefde van
de socialistische gemeenschap. Ook in kapitalistische
Ianden zijn grootere rijkdommen verkregen dooruitgifte
van gronden in erfpachthij wijst hierbij op Engeland.
In Australië, vervolgt spreker, zijn niet minder dan 81
pCt. der gronden uitsluitend in erfpacht gegeven. Men
is daar door ervaring toe gekomen.
Spreker ziet in het feit, dat de gemeente de gronden
in erfpacht uitgeeft de waarborgen, dat zij ook de
voordeelen aan haar trekt. Spreker is het eens met
Burgeineester en Wethouders dat uitgifte van gronden
in erfpacht op langen termijn wenschelijker is dan op
korten, omdat men na afloop van dien termijn ten op-