2
26 Januari 1933
verlangen daartoe door den bewoner wordt te kennen
gegeven, een vast recht per maand van 1.
G. voor diensten, welke niet in deze verordening met
name zijn genoemd, waaronder de diensten ten behoeve
der gemeentebedrijven zijn begrepen, wordt de kostprijs,
vast te stellen door Burgemeester en Wethouders, in
rekening gebracht.
De rechten zijn verschuldigd door dengene te wiens
behoeve de diensten zijn verricht.
Art. 5.
De invordering geschiedt door den boekhouder der
Gemeentereiniging.
Art. 6.
De aanvragen tot het ledigen van beerputten, tot het
weghalen van vrachten en tot het verstrekken van de
diensten, vermeld onder artikel 4, letters A, B, C, E, F
en G worden terstond ingeschreven in een daarvoor be-
stemd rechtenregister.
Van de diensten, vermeld onder D houdt de door Bur-
gemeester en Wethouders aangewezen gemeente-werk-
man aanteekening in het hem daartoe verstrekte boek,
hetwelk hij wekelijks moet inleveren bij het kantoor van
het bedrijf der gemeentereiniging. De gegevens worden
onmiddellijk overgenomen in het rechtenregister.
Art. 7.
De rechten worden geïnd op eenvoudige kwitantie,
waaraan een gedateerde, geperforeerde strook bevestigd
is, v/aarop de aard der diensten en het bedrag, zooals
die voorkomen in het rechtenregister, zijn vermeld.
Bij niet-betaling wordt deze geperforeerde strook af-
gegeven en moet de betaling plaats hebben binnen
8 dagen daarna ten kantore van het bedrijf.
De directie is bevoegd algeheele vooruitbetaling der
vergoeding te vorderen en, bij gebreke van zoodanige
vooruitbetaling, de diensten 'te weigeren.
De rechten, genoemd onder A, B, C, D en G van
artikel 4 worden in één termijn geïnd; die, genoemd
onder E en F in twee termijnen en wel op 1 Februani
voor het eerste halfjaar en op 1 Augustus voor het
tweede halfjaar.
Deze bepalingen treden in werking op 1 Maart 1933.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van den 26
Januari 1933.
De Secretaris, De Voorzitter,