26 Januari 1933.
6
307 (Onderhoud van wandelplaatsen en plantsoenen)
over een voorstel van de Financieele Commissie om
dezen post met f 1000.— te verminderen.
Dit voorstel wordt aangenomen met 8—7 stemmen.
Vôôr het voorstel stemden de heeren Audretsch,
Mevrouw Venhuizen en de heeren Rijkes, Van der Erf,
Van Unen, Van Lent, Van den Heuvel en Attema.
Tegen het voorstel stemden de heeren De Tello,
Disselkoen, Van der Linden, Jonckbloedt, Meeuwenoord
en de Wethouders Jhr. van de Poil en Dr. Droog.
442 (Belooning van doctoren, heelmeesters enz.)
over een voorstel De Tello om den controleerend ge-
meentearts te doen benoemen door den Raad.
Dit voorstel wordt aangenomen met 10— 5 stemmen.
Vöör het voorstel stemden de heeren De Tello.
Disselkoen, Mevrouw Venhuizen en de heeren Rijkes,
Van der Erf, Van Unen, Van der Linden, Jonckbloedt,
Meeuwenoord en Attema.
Tegen het voorstel stemden de heeren Audretsch,
Van Lent, Van den Heuvel en de Wethouders Jhr.
van de Poll en Dr. Droog.
De Voorzitter zegt, dat nu het zoo geloopen is, er
een beslissing moet worden genomen, waarop Burge-
meester en Wethouders niet vooruit mochten loopen.
Het College stelt voor, hoewel dit niet op de agenda
staat, om voor den tijd van een jaar op arbeidscontract
tot controleerend gemeentearts te benoemen Dr. M.
Colenbrander. Intusschen kan dan eens bekeken worden
hoe het loopt met de nieuwe regeling betreffende de
vrije artsenkeuze voor de armlastigen.
Als geen der leden het woord hierover verlangt,
wordt vervolgens, nadat de Voorzitter de heeren Van
der Erf en Attema heeft verzocht met hem het bureau
van stemopneming te vormen, tot stemming overgegaan.
Uit de gehouden stemming blijkt, dat 14 stemmen
zijn uitgebracht op Dr. M. Colenbrander, terwijl 1 stem
van onwaarde is uitgebracht.
De Voorzilter zegt vervolgens, dat de zoo juist ge-
nomen besluiten invloed hebben op de begrooting.
Spreker stelt voor om het resultaat van deze besluiten
te verrekenen op den post onvoorziene uitgaven en
daartoe thans formeel te besluiten. Bovendien zal in
het raadsbesluit no. 94, onder 4 „Burgemeester en
Wethouders" moeten worden veranderd in „den Raad".
De Vergadering kan zicli hiermede zonder hoofdelijke
stemming vereenigen.