14
16 Maart 1933
VERGOEDING ART. 101 DER L.O. WET 1920
OVER 1930 EN DRIEJAARLIjKSCHE
AFREKENING OVER DE JAREN
1928, 1929 EN 1930.
Aan den Raad.
Aan Uwe vergadering hebben wij mededeeling
gedaan, dat de rekening dezer gemeente over het jaar
1930 door Gedeputeerde Staten dezer Provincie is
vastgesteld.
Het bepaalde in art. 103, vierde lid der Lager-
onderwijswet 1920 brengt mede, dat thans wordt
overgegaan tot de vaststelling van de vergoeding in
de kosten van instandhouding der bijzondere scholen
over genoemd jaar.
Voor het bepalen van die vergoeding moeten wor-
den berekend de gemiddelde kosten per leerling van
de overeenkomstige openbare schol'en, waarvoor in
aanmerking komen de uitgaven genoemd in artikel
55 onder e tot en met h en o der Lager-onderwijswet
1920 alsmede die van instandhouding.
Blijkens de gemeenterekening over 1930 bedragen
bedoelde kosten als volgt