27 April 1933
40
wordt gemaakt. Men weet niet altijd, waar de men-
schen het best gebruikt kunnen worden. Zoo is aan
üe sportterreinen en de jachthaven f 3000.meer uit-
gegeven, terwijl ook op andere posten meer is uitge-
geven. Voor de werkzaamheden ten Oosten van den
Glipperweg is niets uitgegeven, terwijl f6500.— werd
geraamd. Die werkzaamheden worden echter pas in
1933 uitgevoerd. Zoo is alles bij elkaar in het totaal
bedrag weinig veranderd. De cijfers geven dan ook
geenszins aanleiding tot de conclusie, die de heer De
Teilo er uit trok, hoewel spreker geen kwaad van de
werkverschaffing wil zeggen.
Deze besluiten worden vervolgens zonder hoofdelijke
stemming onveranderd vastgesteld-
Vragen raadslid De Tello.
De Voorzitier zegt, vervolgens aan de orde te
zullen stelien de vragen van het lid van den Raad,
den heer De Tello. Achtereenvolgens zal spreker de
vragen voorlezen en daarop het antwoord geven van
Burgemeester en Wethouders.
De heer De Teilo vraagt, of hem niet eerst gele-
genheid kan worden gegeven om zijn vragen toe te
lichten.
De heer Disselkoen acht dit ook juister. Het komt
hem in het algemeen beter voor, dat de interpellant
eerst zijn vragen toelicht.
De Voorzitter zegt, hieruit dan de conclusie te
moeten trekken, dat de vragen zonder die toelichting
niet duidelijk genoeg zijn.
De heer Van der Erf acht het voor Burgemeester
en Wethouders ondoenlijk, om eerst een antwoord op
de vragen'te formuleeren en dan na een toelichting op
die vragen weer iets anders te moeten zeggen. Die
gang van zaken lijkt hem niet de juiste.
De Voorzitier zegt, het daarmede volkomen eens te
zijn. Spreker leest hierna de vragen van den heer De
Telio voor, luidende als volgt
le. Kunnen Burgemeester en Wethouders aan den
Raad mededeelen, of, sedert de behandeling der
begrooting 1933 van den Gemeentelijken Dienst
van Maatschappelijk Hulpbetoon, waarbij blijkens
het raadsverslag, dd. 15 December j.i., op een
vraag van ondergeteekende of er vermindering
dan wel verandering in de steunnormen zou