27 April 1933
44
spreker willen vragen of de door Burgemeester en
Wethouders genoemde wijzigingen, de eenige zijn,
die werden aangebracht. Zijn ten aanzien van de
huurtoeslagen of de toepassing daarvan geen wijzigin-
gen aangebracht Aan de betrokken sportpark-menschen
is verder medegedeeld, dat, indien zij hun werk zou-
den weigeren, toch een bedrag, gelijkstaande aan het
loon van hun werk, bij de berekening van het gezins-
inkomen in aanmerking zal worden genomen. Deze
menschen hebben werk geweigerd, doch daarop is
een andere en zwaardere strafmaatregel getroffen. Er
is op den steun n.l. meer gekort dan het loon van
den Zondagsarbeid. Zoo iets wekt natuurlijk wan-
trouwen. Tenslotte wil spreker den heer Van der Erf
nog wijzen op diens tegenspraak. Eenerzijds n.I. zegt
hij, dat de debatten over de gestes van Maatschappe-
lijk Hulpbetoon hier niet op hun plaats zijn, omdat
deze niet tot de competentie van den Raad behooren
en anderzijds maakt hij toch enkele opmerkingen over
de berekening van de gezinsinkomsten.
De heer /hr. van de Po'd, Wethouder, vraagt den
heer Disselkoen, weike zwaardere straf dan is uitge-
deeld.
De heer Disselkcen antwoordt hierop, dat ettelijke
malen x gulden van den steun is ingehoudenmen
heeft zelfs den halven steun ingehouden.
De Voorzitter, de gemaakte opmerkingen beant-
woordende, zegt, dat het mogelijk is, dat wijzigingen
in de steunregeiing moeten worden aangebracht, welke
tev/oren niet te voorzien zijn. Allerlei mogelijke om-
standigheden toch zijn van invloed op den steun. Zoo
is het dus zeer goed mogeüjk, dat op een zeker tijd-
stip geen plannen bestonden tot steunverlaging, terwijl
2\ maand later de omstandigheden zoodanig zijn
veranderd, dat verandering van de steunnormen ge-
rechtvaardigd is. Zooals reeds bekend is, is bepaald,
dat met ingang van 13 Maart j.l. het loon of de ver-
diensten voor werkzaamheden op Zon- en Feestdagen
bij de berekening van den steun in aanmerking wordt
genomen. Tot dien datum werd bij de berekening van
aan werkloozen uit te betalen steun de heift van het
inkomen der gezinsleden voor zoover dit tneer dan
f 10.— bedraagt, in mindering gebracht. De Zondag
was daar echter niet bij. Zoo waren er dan ook ver-
schillende werkloozen, die op den Zondag gingen
werken. Dit leidde tot onbillijkheden, werkte weinig
opbouwend voor de arbeiders zelf en bevorderde niet
de solidariteit onder hen.