27 April 1933
47
spreker dat aan het een zoowel als aan liet ander iets
werd gedaan.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat reeds aan
Openbare Werken opdracht is gegeven om hiervoor
maatregeien te treffen.
Aanleg primaire weg.
De lieer Meeuwenoord vraagt in hoeverre het mo-
gelijk is om aan te vangen met de werkzaamheden,
verbonden aan den aanleg van den primairen weg
HaarlemUtrecht. Nu de werkgelegenheid voor de
werkloozen sterk verminderd, is het wel van het
hoogste belang, dat met de uitvoering van dit werk
spoedig wordt aangevangen.
De heer Dr. DroopWethouder, antwoordt hierop,
dat die aanleg verband houdt met den aanleg van de
brug over de Ringvaart. De gronden, benoodigd voor
den aanleg van dezen weg zijn nu voor het grootste
gedeelte eigendom geworden van de provincie. Spre-
ker verwacht dan ook, dat dit jaar nog wel met den
aanleg zal worden begonnen. Er is reeds over gespro-
ken daarbij van Heemsteedsche werkkrachten gebruik
te makenzekerheid daaromtrent bestaat echter nog
niet, terwijl dit getal zeker niet groot zal zijn.
Een belangrijk werk, met dezen aanleg verband
houdende, is het aanleggen van een hoofdstamriool
door de Molenwerfslaan. Door den Raad is bij de be-
grooting daarvoor een memoriepost uitgetrokken. Er
zijn echter 4 vergunningen voor dezen aanleg noodig,
n.I. van het Rijk, de Provincie, Rijnland en de gemeente
Haarlem. Deze vergunningen zijn reeds geruimen tijd
ge'eden aangevraagd, doch nog niet van alle instantiën
verkregen. De Provincie heeft het toezicht op de
openbare wateren en wenscht niet dat deze verontrei-
nigd worden. Er is in dat verband reeds sprake van
geweest dat daarom over dat punt eerst nog het
Rijksinstituut voor de zuivering van afvalwater moet
adviseeren. Men kan er zich echter van overtuigd
houden, zegt spreker, dat al het mogelijke gedaan
wordt in het belang van voortgang van dit werk.
Daar niemand meer het woord verlangt, schorst de
Voorzitter deze Vergadering.