27 April 1933
34
den termijn van de schadeloosstelling, welke zij aan-
vankelijk op 5 jaar bepaalden, nog zouden verkorten
tot 3 jaar.
De beslissing van de Kroon ointrent het door Haar-
lem uit te keeren bedrag voor overgegane woningbouw,
opende een mogelijkheid dat Gedeputeerde Staten hun
beslissing konden herzien in den geest, dat het bere-
kend verlies van f 176.000.zou worden verminderd
met een zeker bedrag voor het exploitatietekort van
Tuinwijk. Uit niets bleek echter, dat Gedeputeerde
Staten ook in den termijn nog weder verandering ten
gnnste van Haarlem zouden brengen. Het spreekt van-
zelf, dat deze beide maatregelen het in totaal door de
geineente te ontvangen bedrag aanmerkelijk verminde-
ren. Immers, volgens de eerste beslissing van Gede-
puteerde Staten zou over 5 jaren worden ontvangen
f 528.300.zonder rente, nu is dit over 3 jareri
f 252.600.of f 275.700.minder. Wanneer daarbij
vermeld wordt dat gevraagd werd ruim f 1.800.000.
dan steekt daar het werkelijk te ontvangen bedrag aj
heel ongunstig bij af.
Alle vertoogen, welke zoowel mondeling als schrif-
telijk zijn gevoerd om de rechtmatige aanspraken van
de gemeente te verdedigen, hebben helaas niet dat
resultaat gebracht, dat Burgemeester en Wethouders
daarvan gaarne hadden verwacht. Hoewel er met na-
druk tegen geprotesteerd is, dat bij de beslissing reke-
ning zou worden gehouden met de economische tijds-
cmstandigheden of met den financieelen toestand van
de gemeente, die de schadeloosstelling moet betalen,
is aan de hand van deze beslissing moeilijk aan den
indruk te ontkomen dat deze omstandigheden daaraan
niet vreemd zijn.
Daarbij komt, dat in de laatste jaren in Regeerings-
kringen een streven bestaat naar nivelleering van den
belastingdruk, naar vervlakking dus. De groote vraag
is of die vervlakking ten slotte niet zal leiden tot on-
verschilligheid, wat een ramp voor de gemeentefinanciën
zou worden.
Deze beslissing is de eindbeslissing en daaraan valt
niets meer te veranderen.
Wij kunnen niet anders doen dan ons er bij neer-
leggen, doch in de komende jaren zal zeer zeker een
voorzichtig financieel beheer noodig zijn, wil onze
gemeente haar plaats in de rij van forensen-gemeen-
ten, waar men zich gaarne vestigt, behouden.
De Voorzitter wil hier nog aan toevoegen, dat de