27 a
8 Juni 1933.
BEBOUWINGSPLAN MEER EN BOSCHLAAN.
Aan den Raad.
In verband inet ons voorstel aan Uwe Vergadering
om over te gaan tot verkoop van gronden aan weers-
zijden van de Meer en Boschlaan aan den heer A. J. W.
van Sambeek, deelen wij U mede, dat bij ons is in-
gekomen een verzoek van kooper om wijziging van
het bebouwingsplan van deze terreinen.
Overeenkomstig het bestaande Uitbreidingsplan mo-
gen aan deze laan blokken van 4 woningen aaneen
worden gebouwd, terwijl de minimum ruimte achter de
woningen 15 Meter dient te bedragen.
Door den heer Van Sambeek is een bebouwingsplan
overgelegd, waarop 3 blokken van 5 woningen en 3
blokken van 6 woningen zijn geprojecteerd, terwijl
daarbij de minimum ruimte achter enkele woningen
niet wordt bereikt.
Wij zijn evenwel van oordeel, dat eene wijziging
als wordt gevraagd, voor inwilliging vatbaar is, nu
het geheele terrein in exploitatie wordt gebracht door
een ingezetene, die voor de uitvoering gebruik zal
maken van zooveel mogelijk Heeinsteedsche werk-
krachtcn.
Bovencien meenen wij dat tegen deze wijziging geen
bezwaar bestaat, omdat aan het type der woonhuizen
geen verandering wordt gebracht. De voorgeschreven
breedte der woonhuizen van 6'» Meter blijft gehand-
haafd, terwijl ook de voorgeschreven afstand van de
zijdelingsche open ruimte niet zal veranderen.
Teneinde het vriendeiijke en villa-achtige aspect van
de laan niet alleen op peil te houden, doch zelfs aan-
zienlijk te versterken, zullen de voortuinen, thans ge-
projecteerd op 4 Meter, met een overgang tot 8 Meter
worden opgevoerd.
De Commissie voor het Grondbedrijf kan zich in
beginsel met de verdere voorbereiding van deze wij-
ziging vereenigen.
Overeenkomstig de bepaling van het op deze ter-
reinen betrekkelijk Uitbreidingsplan, kan eene wijziging
als boven is aangegeven door ons worden toegestaan,
nadat belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld