27 Juli 1933
86
heeft verwonderd, dat hij na het uitvoerige en gedo-
cumenteerde recjuest van den heer Van Sambeek en
na de door hem gedane toelichtingen, van de vorige
sprekers geen ander geluid heeft te hooren gekregen.
Spreker merkt op, dat geenszins alle besprekingen, die
door den rentmeester worden gehouden, in opdracht
van de Commissie voor het Qrondbedrijf geschieden.
De Commissie voor het Grondbedrijf weet van ver-
schillende onderhandelingen niets af. In dit geval zijn
d°or den rentmeester van het Grondbedrijf verschillende
toezeggingen gedaan en dit was den Raad niet be-
kend, toen in de vorige raadsvergadering aan Burge-
meester en Wethouders werd opgedragen om te
trachten met den heer Van Sambeek alsnog overeen-
stemming te bereiken op den voet van het be-
staande uitbreidingsplan. Trouwens, zegt spreker, van
die opdracht hebben Burgemeester en Wethouders
zich niet eens gekweten. De heer Van Sambeek heeft
slechts een schriftelijke boodschap gekregen, dat hij
voor een bepaalden datum kon laten weten of hij dien
grond nog wilde koopen, onder voorwaarde, dat hij
zou bebouwd worden volgens het bestaande uitbrei-
dingsplan. Dit ncemt spreker echter geen onderhande-
lingen voeren. Hij doet dan ook het voorstel, om den
heer Van Satnbeek toestemming te verleenen, de gron-
den aan weerszijden van de Meer en Boschlaan te
bebouwen volgens het plan, dat door den heer Van
Sambeek is overgelegd en overeenkomstig de considerans
van raadsstuk no. 27a van 8 Juni 1933.
Dit voorstel wordt vervolgens voldoende onder-
steund.
De heer Van Lent zegt, dat heer Van Sambeek
zich aanvankelijk met den heer Van den Putten tot
het Grondbedrijf heeft gewend met het verzoek om in
P'aats van 3 aaneengebouwde, 4 aaneengebouwde
womngen te mogen bouwen.. Hiertegen bestonden bij
de Commissie voor het Grondbedrijf bezwaren. Aan
het verlangen van requestraat zou echter tegemoet
kunnen worden gekomen door in plaats van 4 per-
ceelen aaneen, 2 blokken van 5 en 1 blok van 6 per-
ceelen toe te staan. Toen requestrant dit officieel aan
Burgemeester en Wethouders, aan de hand van het
hem door de Commissie voor het Grondbedrijf toege-
zonden schetskaartje vroeg, waren er echter bezwaren.
Spreker wil in verband hiermede opmerken, dat dit
gewijzigde bebouwingsplan niet afkomstig was van
den heer Van Sambeek, doch van de Commissie van