27 Juli 1933
87
liet Grondbedrijf. Voigens spreker heeft de heer Van
Sambeek dan ook wel zeker een moreei recht dat hem
■de bebouwing volgens het overgelegde verkavelings-
plan wordt toegestaan. Burgemeester en Wethouders
toch hebben het recht om de danrvoor noodige wijzi-
ging van het uitbreidingsplan toe te staan.
De heer Atlema vraagt, of hier ook pertinent ver-
klaard kan worden, dat inderdaad v;n een toezegging
aan den heer Van Sambeek sprake is.
De heer Van Unen vindt dit adres wel zeer eigen-
aardig. In de vorige raadsvergideriug zijn over deze
aangeiegenheid zeer uitvoerige discussies gehouden.
Het gevolg daarvan is geweest, dat de meerderheid
van den Raad de door den heer Van Sambeek ge-
wenschte afwijking van het uitbreidingsplan niet
wenschtte. Dît besluit is toch werkelijk niet na een
vloek en een zuclit genomen. Het getuigt dan ook wel
van zeer weinig deferentie voor den Raad om nu te
îrachten deze concessie van den Raad af te dwingen.
Overigens, zegt spreker, dat de onderhandelaar van
het Urondbedrijf de vrijheid moet liebben om diverse
voorbesprekingen te houden. Een koop en verkoop
slaagt nu eenmaal alleen ctan, wanneer een beetje over
en weer wordt gepraat en als dat niet mogeiijk en
niet geoorloofd zou zijn, kan een zaak als het Grond-
bedrijf niet slagen.
De heer Van der Linden merkt op, dat hij in de
vorige vergadering voor aanhouJing van liet voorstel
heeft gestemd, opdat Burgemeester en Wethouders nog
nadere onderhandelingen met den heer Van Sambeek
zouden kunnen voeren. Spreker heeft daarbij ook de
vraag gesteld. of de zaak weer in den Raad terugkwam
en dan zou hij het resultaat van de door Burgemeester
en Wethouders gevoerde onderhandelingen afwachten.
Dit adres werpt echter een geheel ander licht op de
zaak, zegt spreker.
De heer Meeuwenoord zegt, dat de heer De Tello
zoo juist heeft gesproken over uitvoerige discussies in
de vorige raadsvergadering, doch die hebben juist de
heele zaak verwart. Spreker is ook van meening, dat
deze kwestie nu wel wat anders is komen te staan.
De heer Van der Erf vindt het wel eigenaardig,
dat in de vorige raadsvergadering de mededeeling is
gedaan door Burgemeester en Wethouders, dat de
adspirantkooper de door liem verlangde wijziging van
het uitbreidingsplan heeft gevraagd. Nu blijkt echter,
dat Burgemeester en Wethouders die wijziging zelf